Bossche Monumenten 2021
Auteur: Ed Hupkens |
121. Patriciërswoning 19e eeuw
Het hoekpand Oude Dieze 12: voorgevelaanzicht en plattegrond voorgevel. Datering 1887. Foto: Erfgoed ’s-Hertogenbosch nr. 0050526
Het hoekpand Oude Dieze 12 staat sinds mei 2001 geregistreerd als een rijksmonument. Dit luxueuze woonhuis in de randzone van de middeleeuwse binnenstad werd in 1888 gebouwd. Vóór die periode hebben er enkele kleine huisjes gestaan.
De opdracht tot de sloop van deze pandjes en de bouw van de kapitale woning kwam van jhr. Theodore Serraris. Hij was met ene Marie Josephina Vogelvanger getrouwd. In de gevelsteen boven de ingang prijken de letters S en V, verwijzend naar deze eerste bewoners. De gemeentelijke Keuringsdienst van Waren nam, na een verbouwing, in 1924 het complex in gebruik. Sinds het begin van de negentiger jaren van de vorige eeuw is de plaatselijke afdeling van Het Rode Kruis er gevestigd. Op de bovenverdiepingen zijn enkele appartementen gerealiseerd.
Neorenaissance
Het patriciërshuis is gebouwd op een L-vormige plattegrond. De woning vertoont stijlkenmerken van de neorenaissance. Het is opgetrokken uit een bruinrode, machinale baksteen en telt twee bouwlagen. Het heeft een evenwijdig zadeldak met leien in Maasdekking. De gevels hebben een hardstenen plint en cordonlijsten onder de ramen. Tevens zijn er natuurstenen speklagen. De T-vormige schuiframen hebben korfbogen met siermetselwerk en hoek- en sluitstenen. Tussen de ramen bevinden zich gesmede sierankers. Boven de dubbele paneeldeur is een korfbogige ontlastingsboog met hoekstenen en een sluitsteen met een leeuwenkop. In het veld boven de deur ziet men in Romeinse cijfers het jaartal 1888 en de initialen S en V.
De zijgevel heeft dezelfde ramen als de voorgevel. Daarnaast een driehoekige schoudergevel met hardstenen afdekking en een toppinakel met bekroning is siersmeedwerk met windijzer. In de top zit een driedelige nis die voorzien is van ramen. Op de hoek op de eerste etage bevindt zich een overhoekse erker op forse, natuurstenen consoles. Deze erker heefteen natuurstenen afdekking. De kroonlijst en dakkapellen zijn toevoegingen uit het begin van de twintigste eeuw. De aanbouw heeft T-ramen en herhaalt de detaillering van de voorgevel.
De achtergevel is eenvoudiger van opzet. In de oksel van de aanbouw is een eenlaags gedeelte geplaatst met smeedijzeren balkonhek en driedelige ramen. De tuinmuur heeft een poort. Inwendig heeft het gebouw in de gang met pilasters een cassette stucplafond. De stookkelder heeft gemetselde troggewelfjes tussen ijzeren binten. Tussen de begane grond en de verdieping is een trappenhuis met een gesneden trappaal. Op de verdieping is een hal met stucwerk cassettenplafond.