Bossche Monumenten 2022
Auteur: Ed Hupkens |
155. Van Griffie tot Provinciaal Depot
De kantoren van de Provinciale Griffie, rechts een gedeelte van het voormalige Rijksarchief, op de voorgrond de Parkeerkuil. Anno 1971
Foto: Erfgoed ’s-Hertogenbosch nr. 0024216
In 1514 stichtte de welgestelde Bosschenaar Hendrick Proening van Deventher een gasthuis ten behoeve van zes arme, oude mannen. Dit Van Deventhers Gasthuis werd gehuisvest in een complex van negen woningen aan de zuidzijde van de Waterstraat, de huidige even nummers. Van 1616 tot 1629 waren deze huizen onderdeel van het jezuïetencollege. De hoofdingang van dit kloostercomplex lag aan de Verwersstraat.
Vanaf eind 19e en begin 20ste eeuw boden de huizen aan de Waterstraat onderdak aan het provinciaal bestuur. Vanuit Waterstraat 16 bestuurden ambtenaren en politici de provincie Noord-Brabant. In 1897 werd begonnen met de bouw van een nieuw provinciehuis, naar ontwerp van de rijksbouwmeester J. van Lokhorst. De Statenzaal (eens de kapel van de jezuïeten) werd in 1904 verbouwd tot vergaderzaal van Provinciale Staten. Nu is het onderdeel van het Noordbrabants Museum. November 1971 verhuisde de provinciale griffie naar een nieuw onderkomen aan de zuidrand van de stad. Sinds mei 2001 staat het complex geregistreerd als rijksmonument.
Markante ingangspartij
Het voormalige provinciehuis aan de Waterstraat is deels onderkelderd en heeft een U-vormige plattegrond. Het gebouw telt drie bouwlagen plus souterrain, deels onder een zadeldak met leien (noordvleugel), deels onder plat dak (archieftorens en westvleugel). In het dakschild boven de noordvleugel aan de voorzijde zijn dakkapellen met een zinken bolpiron. De gevels zijn in baksteen opgetrokken, met speklagen in gele verblendsteen. Dorpels en waterlijsten zijn van natuursteen. De noordelijke gevel van de noordgevel toont een driedelige samenstelling. Links het tien traveeën tellende archiefgedeelte, in het midden de noordvleugel, rechts de voormalige conciërgewoning. Iets rechts van het midden van de noordvleugel bevindt zich de markante ingangspartij, bestaande uit een dubbele, houten paneeldeur. Hierboven is een korfboog gesitueerd, die bekroond wordt door een kruisbloem. Aan weerszijden van de ingangspartij zijn natuurstenen wapenschilden geplaatst, met de Nederlandse Leeuw (links) en het wapen van Brabant (rechts). De neogotische ingang geeft toegang tot een monumentale hal met polychrome tegels. Door een deur en een gang links komt men in de oude archieftorens met de stalen draagconstructie voorstellingen uit 1903-1908. De gevel van de westvleugel (aan De Mortel) telt zestien traveeën en heeft evenals de gevel aan de Waterstraat kruisvensters, op de begane grond onder een ontlastingsboog.
Sinds 2011 is hier het Provinciaal Depot Bodemvondsten gevestigd. Deze instelling bewaart er de vondsten en de documentatie van archeologische onderzoeken in Noord-Brabant. Ook Erfgoed Brabant houdt er kantoor.