Bossche Monumenten 2022
Auteur: Ed Hupkens |
181. Eerste gestapelde woningbouw
Het eerste voorbeeld van gestapelde woningbetonbouw in ’s-Hertogenbosch is gelegen aan het Emmaplein 6-22. Foto: Josephine Peren
Het appartementengebouw, gelegen op de hoek Emmaplein – Kempenlandstraat, is gebouwd in 1922, in opdracht van de gemeente ’s-Hertogenbosch. De architect Hendrik W. Valk heeft het complex ontworpen, dat verwantschap vertoont met de architectuur van de Amsterdamse School. Het vormt het eerste voorbeeld van gestapelde woningbetonbouw in ’s-Hertogenbosch. In 1970 werden de appartementen gerenoveerd en gemoderniseerd. Sinds mei 2001 staat het als rijksmonument geregistreerd.
Het gebouw heeft een L-vormige plattegrond en telt drie en vier bouwlagen onder een plat dak. Boven de trappenhuizen is het pand hoger opgetrokken. Deze uitbouwen voor onder meer opslagruimte zijn aan de achterzijde van het complex blokvormig en hebben boven de voorgevel een smallere, afgeronde vorm. Het bouwwerk heeft een gewapende betonconstructie met bakstenen bekleding. De voorgevels zijn opgetrokken in rode, machinale baksteen en is gedeeltelijk zwart geverfd (op de begane grond en rond de vensters).
In de voorgevels aan het Emmaplein en de Kempenlandstraat bevinden zich respectievelijk drie en twee ingangspartijen. Deze bestaan uit een houten deur met verticale ruit, die voorzien is van gegolfd, smeedijzeren traliewerk. Met smal verticaal zijlicht met glas-in-lood. Boven de ingangspartijen, ter hoogte van de trappenhuizen, zijn verticale accenten aangebracht in de vorm van hoge, voor het gevelvlak uitkragende ramen in stalen kozijnen.
Aan weerszijden van de ingangspartijen zitten rechtgesloten vensters met gemoderniseerde ramen. Rondom de vensterpartijen is licht uitkragend siermetselwerk: op de begane grond in rode, op de bovenverdiepingen in zwartgeschilderde baksteen. Een markante hoekoplossing met een uitkraging boven de begane grondverdieping, aan de bovenzijde uitlopend in een overhoeks geplaatst, boven de gevel uitstekend element.
De achtergevel bestaat uit afwisselend vierlaags, vooruitspringende bouwdelen en terugliggende, drielaagse bouwdelen met balkons. In de twee traveeën brede, hoge bouwdelen zijn recht gesloten vensters met moderne ramen opgenomen. Op de bovenverdieping zijn ook kleinere, verticale vensters geplaatst. Ter hoogte van de balkons zitten dubbele, beglaasde balkondeuren met zij- en bovenlichten. De beide vleugels van het appartementengebouw worden verbonden door een terugliggend tussenlid, dat aan de achtergevel voorzien is van een afgeschuinde hoek. Ook voor dit tussenlid zijn in de achtergevel balkons aangebracht.
In het gebouw zijn vijftien appartementen ondergebracht. In het midden van de woningen is een kleine gang. Deze geeft toegang tot een slaapkamer, een keuken en een achterkamer tegen de achtergevel. Tegen de voorgevel een woonkamer en slaapkamer. In 1970 zijn doucheruimtes aangebracht.