Bossche Monumenten 2023
Auteur: Ed Hupkens |
198. Noodwoningen
De noodwoningen aan de Pelssingel 549-564 en 567-578 zijn een bijzondere herinnering aan de grote woningnood direct
na de Tweede Wereldoorlog. Foto: Josephine Peren
Door een tekort aan woningen als gevolg van oorlogsverwoestingen in en na de Tweede Wereldoorlog, zijn deze noodwoningen aan de Pelssingel 549-564 en 567-578 gerealiseerd. De woningen boden en bieden plaats aan twee gezinnen per bouwmassa (2-onder-1-kap). De woningen zijn in hofjes (U-vormen) gegroepeerd. Een van de hofjes is groter, doordat er twee panden extra aan de straatzijde staan, in plaats van bij één bij de andere hofjes. In de vrije ruimten tussen de gebouwen zijn schuurtjes gebouwd die behoren bij de oorspronkelijke opzet. De kleine berghokken zijn elk voor twee wooneenheden bestemd en bestaan daarom uit twee eenheden. De hokken bevatten per eenheid een deur en een kleppend venster. De hofjes zijn ingericht met de woningen, een stoep voor de voordeuren en een rechthoekig grasveld met lage bomen in het midden. Tussen de gebouwen, in de U-vorm en in de ruimte tussen de kopse zijden aan de straat, bevinden zich tuinhekjes, die opgehangen zijn tussen betonnen afrasteringpalen. Sinds maart staat het complexaangewezen als gemeentelijk monument.
De woningen zijn voornamelijk opgetrokken uit beton zoals muren, vloeren en kozijnen. De zolders zijn niet beloopbaar, de balken zijn aan de onderzijde betimmerd. Het dak is opgebouwd uit stalen hoekstrips met riet en een lattenwerk, op deze laag zijn de panlatten en pannen bevestigd. De daken zijn bedekt met oranje-rode verbeterde Hollandse pannen en zijn voorzien van zinken mastgoten.
Eind jaren zeventig van de 20e eeuw zijn de woningen aan de buitenzijde geïsoleerd en nogmaals gerenoveerd in 1983. In 1983 zijn tevens twee gebouwen geheel vernieuwd (nrs. 565/566 en 577/578), deze zijn naar oude vorm herbouwd, op de hoogte en de breedte na. Het aantal gevelopeningen aan de hofzijde en de achterzijde wisselt. De woningen die haaks op de straat staan hebben per woning aan de hofzijde een deur en een driedelig venster, waarvan het raam bij de deur te openen is. De deuren bestaan uit een deel met schrootjes aan de onderzijde en een deel met glas aan de bovenzijde. De woningen evenwijdig aan de straat hebben per woning aan de hofzijde een deur en een tweedelig venster, waarvan eveneens het raam bij de deur te openen is. In de kopse zijden van de woningen zijn een of twee ramen, of in een enkel geval een raam en een deur te vinden. De achtergevels van de woningen haaks op de straat, hebben drie gevelopeningen, oorspronkelijk een deur en vijf vensters. Na verbouwingen is een aantal vensters veranderd in deuren. De achtergevels van de woningen evenwijdig aan de straat hebben een deur met een enkel venster en een driedelig venster.