Bossche Straten 2013
054. Het Gek Eind
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
Bij de Geerlingsebrug begon in vroegere tijden het Hinthamereinde. Datering: 1905. Foto: SA nr. 0050353
De brug over de Binnendieze (Groote Stroom) aan de Hinthamerstraat heet Geerlingse brug. Die is genoemd naar Geerlingh van de Bossche, uit wiens erfenis veel geld en grond is geschonken aan het nabij gelegen Clarissenklooster (1359). Een van de onroerende goederen die de Clarissen erfden, was het kasteel van de jonker dat op de plek stond waar nu het Inloopschip gevestigd is. De eerste schriftelijke vermelding van een houten brug op die plaats is van 1333 (Kroniek van Molius). De Geerlingse brug is in de loop der eeuwen herhaaldelijk vervangen. In 1453 werd ‘die Geerlinxse brugge gebreyt’ (verbreed). In 1949 werd vastgesteld, dat deze zeer oude, gemetselde boogbrug op instorten stond. Als noodvoorziening plaatste men onder de brug een zware, houten stempelconstructie. Bij de restauratie van de Binnendieze werd die in 1974 vervangen door een betonnen koker. In 1997 werd de brug verfraaid door aan beide kanten van de betonkoker, randtogen te metselen. De namen Hinthamerstraat en Hinthamereinde kwamen vanaf ongeveer 1371 in gebruik. Het Hinthamereinde begon vroeger – vóór dat de Zuid-Willemsvaart er was - al bij de Geerlingse brug, en werd door de bevolking ook wel het Gek Eind genoemd. Die naam had te maken met het Zinnenlooshuis, dat in 1442 door Reinier van Arkel werd opgericht voor zes zinlozen. Tegenwoordig is de Reinier van Arkel Groep een van de grootste psychiatrische instellingen van Nederland. Het vroegere Hinthamereinde was ook een deftige buurt, met grote patriciërshuizen. Daar woonden enkele fabrikanten en bankiers, maar vooral veel groothandelaren in koloniale waren, door Bosschenaren ‘de Hintemmerendse grossiers’ genoemd.