Bossche Straten 2013
055. Hinthamereinde
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
De Hinthamerbrug verving in 1826 de Zwengel- of Zwijmelbrug. Datering: 1868. Foto: SA nr. 0065788
Door de aanleg van de Zuid-Willemsvaart (1822-1826) verdween de al in 1399 genoemde waterpoort de Kleine Hekel, die ongeveer ter hoogte van Sluis 0 lag. Vanaf de Kleine Hekel groef men ‘de Kanaal’ dwars door de voormalige beemden, akkers, tuinen en boomgaarden van het Fraterhuis St.-Gregorius, Zusters van Orthen, Predikheren en Augustinessen. Lang vóór de aanleg van het kanaal, lag er al een brug die de huidige Hinthamerstraat met het tegenwoordige Hinthamereinde verbond. Toen stroomde daar een Binnendiezetak. Die brug heette de Zwengel- of Zwijmelbrug. Oorspronkelijk van hout, werd zij in 1447 door een stenen versie vervangen. In 1826 werd de brug gesloopt en kwam er een moderne bascule-ophaalbrug voor in de plaats. Op de plek van het pand Hinthamereinde 1 stond in de 16e eeuw het grote gebouw en de schietbaan van het Kolveniers- of Cloveniersgilde. Het was het jongste van de vier schuttersgilden, die dienden ter verdediging van de stad. De kolveniers waren, behalve met zwaard en spies, ook bewapend met zeng- of schietbus, een soort van vuurwapen. Ook kolfbus of klover genoemd, waaraan het gilde zijn naam dankt. Het Hinthamereinde kent een aantal zijstraatjes en –steegjes. Een aantal steegjes had vroeger een naam, andere zijstraatjes zijn onbenoemd gebleven. Het St.-Andriesstraatje (bestaand, toegankelijk) en het St. Teunisgangske (tussen nummers 11 en 13; afgesloten) danken hun naam aan een heilige. Andere steegjes zijn genoemd naar een huis: Achter de Groene Jeger (tussen 64a en 66 en afgesloten), Achter den Bijenkorf (35 en 37 en afgesloten).