Bossche Straten 2014
104. Poort van Ruysch
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
De Ruische Poort gezien vanuit de Orthenstraat/Hooge Steenweg. Datering: 1927. Foto: SA nr. 0000673
Het straatje Ruische Poort ligt tussen Hooge Steenweg 27/Orthenstraat 1 en Achter de Tolbrug. De natuurstenen poort zelf is gelegen tegenover de Visstraat. Lange tijd was het particulier bezit, het behoorde tot het erf van Hooge Steenweg 31. Ze wordt gedateerd rond 1545. De aanduiding ‘poort’ komt voor het eerst in 1563 voor. Het is een holgeprofileerde, natuurstenen ingangspoort, overtoogd door een uitgekraagde boog op twee als een vrouwen- en een mannenhoofdje vormgegeven kraagsteentjes. De poort gaf toegang tot het daarachter liggende refugiehuis (1589 – 1629) van het Augustijnenklooster Mariënhage uit Woensel. Dit gebouw was in de 15e eeuw als een lang en smal woonhuis neergezet, evenwijdig aan een toen nog aanwezige Binnendiezetak, de Marktstroom. In de jaren 1540 tot 1550 is het pand verlengd en is er een dwarsvleugel met zeskantige spiltoren aangebouwd. Via een inpandige poort, die aansloot op een brug over de Binnendieze, stond het in verbinding met de Ruische Poort. Deze naam kreeg het steegje pas in de 17e eeuw, toen Johan Ruysch het refugiehuis in bezit kreeg. Deze Ruysch was commissaris ordinarius van de Staten-Generaal, belast met de monstering van garnizoen en fortificatiën van ’s-Hertogenbosch. Hij kocht in 1648, na de Vrede van Munster, het refugiehuis van klooster Mariënhage voor eigen bewoning. De koop werd door de Staatse overheid niet erkend, waardoor Ruysch het pand met het daarbij gelegen bleekveld, washuis en een aantal cameren in 1654 nog eens moest kopen. Nu van de rentmeester-generaal. Tot 1700 bleef de woning in bezit van de familie Ruysch.