Gestut 16e-eeuws pand van Volksdrogisterij Van Beek en Schellekens (bijnaam: Van Scheet en Bellekens), zuidzijde van de Scheidingstraat.
Anno 1959. Foto: SA nr. 0022778

Op de plek van het hoekhuis Scheidingstraat/Hooge Steenweg werd al vlak na de stichting van de stad, die een overwegend houten bebouwing had, een stenen huis opgetrokken. Dit gebouw moet een groot zaalhuis zijn geweest, waarvan de rechtermuur ongeveer halverwege de Scheidingstraat stond. De oudste vermelding in de archieven van dit stenen huis is uit 1370, de later hergebruikte zolderbalken zijn echter op 1304 gedateerd. Begin 16e eeuw werd dit stadskasteel opgesplitst in twee smallere panden. In 1571 was het rechtergedeelte een brouwerij met de naam De Gapert, in 1610 kreeg het linkerdeel de naam De Zwarte Hond. De Scheidingstraat heeft ook Achter de Gapert en Achter de Zwarten Hond geheten. Tevens komt de vermelding Scheijtstraat voor. In 1520 werd de eigenaar belast met een hertogcijns van 6 pond bijenwas. De betaling in bijenwas is opmerkelijk. Deze betalingswijze kwam ook voor bij enkele panden aan de Markt, soms werd de hertogcijns met peper betaald. Volgens bouwhistoricus Ad van Drunen duidt de betalingsvorm in natura op oorspronkelijk kerkelijk bezit, en niet op hertogelijk eigendom zoals dat voor de rest van de stad gold. Ook de naam Scheidingstraat wordt hiermee in verband gebracht: de straat lag op de grens van een terrein dat aanvankelijk niet in bezit was van de hertog. De grote stadsbrand van 1419 (ontstaan Hinthamerstraat 207) zou gewoed hebben tot aan het stenen hoekhuis aan de Scheidingstraat. De straat vormde een scheidingslijn tussen de verbrande en behouden delen van de stad. Een andere, mogelijke verklaring van de straatnaam.