Bossche Straten 2016
228. Sociale woningbouw
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
De wijk De Muntel in aanbouw. Anno 1924. Foto: Afdeling Erfgoed nr. 0037891
Vanaf vandaag richt de serie Toponymie zich op de straatnamen van de tweede stadsuitbreiding buiten de stadswallen, De Muntel (1919-1936). In 1889 begonnen, was de eerste uitbreidingswijk - Het Zand - rond 1914 volgebouwd. Mede tengevolge van de industriële revolutie, die zich in Nederland in de tweede helft van de 19e eeuw voltrok, was een grote toestroom naar de steden ontstaan. Ook in ’s-Hertogenbosch nam het aantal achterbuurten schrikbarend toe. In 1899 leefde 17% van de Bossche bevolking in éénkamerwoningen (cameren). Volksbuurten waren stapelplaatsen van vuil en mest. Het sterftecijfer lag een vierde tot een derde hoger dan in niet-volkswijken. De behoefte aan sociale woningbouw nam na 1900 in sterke mate toe. Al in 1904 werden de eerste plannen voor een tweede stadsuitbreiding, ten noordoosten van de stad, ontwikkeld. Pas vanaf 1919 echter werden hier de eerste woningen gebouwd. Het gemeentebestuur wilde vooral woningen voor de laag betaalde arbeiders bouwen. Door de hoge kosten van de bouwgrond echter, werd dat streven niet gehaald. Voor de ontwikkeling van de sociale woningbouw was de encycliek Rerum Novarum (Van Nieuwe Dingen) van paus Leo XIII van groot belang. Deze kerkvorst wees op het recht op vereniging en privaat bezit van de arbeiders. Ook de in 1901 uitgekomen Woningwet was een belangrijke factor in de ontwikkeling van de sociale woningbouw. De woningbouw werd aan strengere regels onderworpen. De volkshuisvesting werd verbeterd door financiële steun aan de pas opgerichte woningbouwverenigingen, door nieuwe bouwvoorschriften en opruiming van de vele krotten en cameren.