Auteur: Ed Hupkens  Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch

De Paulus Potterstraat gezien in de richting van de Aartshertogenlaan. Anno 2011. Foto: Ed Hupkens

De Paulus Potterstraat is een verbindingsweg tussen de Aartshertogenlaan en de Van Rijckevorsel van Kessellaan. De straatnaam werd op 29 oktober 1947 door de gemeenteraad vastgesteld. De straat is vernoemd naar Paulus Potter, een van de oude Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw. Potter werd in 1625 geboren te Enkhuizen, het schildersvak leerde hij van zijn vader Pieter Symonsz Potter. Zijn moeder, Aechtie Pouwels, was afkomstig uit een welgestelde, invloedrijke familie. Al op jonge leeftijd werkte Paulus in het Amsterdamse atelier van zijn vader. In 1646 werd Paulus Potter lid van het Amsterdamse St. Lucasgilde. Hij woonde ook een aantal jaren in Den Haag, in een atelier naast de schilder Jan van Goyen. In 1649 werd hij lid van het plaatselijke kunstenaarsgilde. Dankzij de familie van zijn moeder had hij toegang tot een kring van rijke opdrachtgevers, onder wie leden van het huis Oranje-Nassau. In 1652 keerde de schilder weer terug naar Amsterdam, waar hij twee jaar later op 28-jarige leeftijd aan tuberculose overleed. Hij werd op 17 januari 1654 begraven in de Nieuwezijds Kapel te Amsterdam.

Paulus Potter heeft in zijn leven ongeveer 100 schilderijen vervaardigd, zijn werken behoren tot de barokke schilderkunst. Daarnaast maakte hij ook een klein aantal etsen. Aanvankelijk schilderde hij – net als zijn vader – historiestukken. Hij werd echter beroemd als dierenschilder, hij schilderde vooral vee in het Nederlandse landschap. Hij schilderde realistisch, met veel aandacht voor de huid, de uitdrukking en de houding van de dieren. Potter beeldde de beesten soms af vanaf een laag standpunt, waardoor ze goed uitkomen tegen de lucht. Het schilderij De Stier is een begrip. Wat het schilderij zo bijzonder maakt, is het feit dat Potter een alledaags onderwerp – een stier in de wei – op een groot formaat (2,25 bij 3,40 meter) heeft geschilderd. Tegelijkertijd besteedde hij aandacht aan de kleinste details, van de vliegen rond de stierenrug tot het kikkertje op de voorgrond. Een dergelijke verheerlijking van vee is iets wat in de 17e eeuw alleen in Holland voorkwam. Potter was pas 21 jaar toen hij dit schilderij maakte. Het is veel groter dan zijn gebruikelijke werk, het hangt in het Mauritshuis in Den Haag. Waarschijnlijk was het een opdracht, maar onduidelijk is voor wie het schilderij bestemd was en waar het moest komen te hangen.