Bossche Straten 2018
314. Gedempte tak Binnendieze - De Krommeweg
Auteur: Ed Hupkens Met dank aan de Werkgroep Toponymie, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch |
De Krommeweg gezien vanaf de Zuid-Willemsvaart. Achteraan zijgevel van de kapel van het Don Boscohuis. Datering: 1972.
Foto Erfgoed ’s-Hertogenbosch nr. 0040388
De Krommeweg in de wijk De Hofstad begint bij de Zuid-Willemsvaart, kruist de straten Hofstad, Oude Hofstad en Nieuwe Hofstad, en gaat tenslotte over in de Verlengde Krommeweg. Deze weg was oorspronkelijk een afsplitsing van de Binnendieze. Deze tak was de oude, natuurlijke bedding van de rivier De Aa, die bij de voormalige waterpoort de Kleine Hekel – ook wel Anthoniushekel genoemd - de stad binnenstroomde. Deze waterpoort maakte onderdeel uit van de tweede stadsmuur, waarvan de bouw eind 13e, begin 14e eeuw begon. De Kleine Hekel lag ongeveer ter hoogte van het huidige kruispunt Oostwal en Zuid-Willemsvaart, iets ten noorden van de voormalige Anthoniuspoort. Deze belangrijke stadspoort uit de tweede stadsomwalling verzorgde de toegang vanuit de richting Den Dungen, Sint-Michielsgestel en Schijndel. De poort raakte ernstig beschadigd door het beleg in 1601 van prins Maurits, in 1618 werd het gebouw gesloopt. Daarvoor in de plaats werd Bastion Anthonie opgericht, dat de taak had om De Aa te beveiligen en het Hinthamerbolwerk en Bastion Baselaar van flankerend vuur te voorzien. Naast waterinlaat functioneerde de Kleine Hekel waarschijnlijk ook ten behoeve van het scheepvaartverkeer. Uit een opmeting uit 1757 bleek de dagwijdte van de inlaatpoort 4,50 meter te bedragen. De waterpoort bestond uit één overwelfde doorgang, die met een ‘hekel’, een boom met lange ijzeren pinnen, kon worden afgesloten. Hiermee werd voorkomen dat ongewenste personen ongemerkt de stad konden binnen- of uitvaren. Nadat De Aa via de Kleine Hekel de stad was binnengestroomd, splitste die zich in een ‘Hofstadstroom’ en een ‘Hinthamerstroom’. De laatstgenoemde Diezetak stroomde langs de Bank van Lening aan de Schilderstraat, de zuidelijke muur van het gebouw was tevens kademuur van de Binnendieze. De waterloop mondde uit in de haakse bocht van de Groote Stroom bij de Zusters van Orthenpoort. Door het graven van de Zuid-Willemsvaart (1822-1826) werd de verbinding tussen beide Diezetakken verbroken. De Hinthamerstroom werd niet meer door De Aa en Dommel gevoed en kreeg de naam Doode Stroom. Deze werd tussen 1923 en 1929 in twee fasen gedempt, de dichtgemetselde uitmonding in de Groote Stroom is nog zichtbaar. In 1825 werd de Kleine Hekel afgebroken ten behoeve van de aanleg van ‘de kanaal’. Niet veel later werd de Hofstadstroom gedempt, de Krommeweg was geboren. De straatnaam verwijst naar het oorspronkelijk kromme verloop van deze voormalige Binnendiezetak.