Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

De Tweede Wereldoorlog

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

Ruud

De Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog begon voor mij, toen mijn vader opgeroepen werd voor de mobilisatie, bewijs dat er iets onverklaarbaars aan zat te komen. Ik had wel eens vaag iets opgevangen over Duitsers die andere landen aanvielen en bezetten. Moffen werden ze genoemd, maar er werd hier haast door net zoveel mensen gescholden op Joden. Dat de Moffen zoiets deden kon óns niet overkomen, beweerde iedereen, want wij waren neutraal.
Als voorbeeld werd dan de Eerste Wereldoorlog aan, Toen ik het woord voor het eerst hoorde, dacht ik meteen aan een borreltje, maar toen iemand het uitlegde, had ik al gauw in de gaten dat het niets feestelijks had. In mei 1940 viel het Duitse leger ons land binnen of liever gezegd marcheerde doodgemoedereerd, zonder noemenswaardige tegenstand richting Noordzee, net of er geen Nederlandse krijgsmacht bestond. En die was nog wel van te voren gemobiliseerd. Ik dacht dat mobilisatie betekende dat ze niemand iets in de weg mochten leggen, maar toen legde iemand uit dat het tegenovergestelde de bedoeling was en dat daarvoor de voorbereidingstijd veel te kort was geweest. Die Moffen waren zich daar al jarenlang aan het voorbereiden.

Toen we net bezet waren, was ons vader nog bezig ons landje te redden, nam ik aan. Hij was in geen velden of wegen te zien. Later kwam uit dat een gedeelte van ons leger ergens op een Zeeuws eiland bij elkaar gedreven was en er sijpelden geruchten rond dat zoveel mogelijk soldaten per bootje of zwemmend probeerden over te steken naar Engeland. Mijn moeder besloot daarom dat ze liever in de buurt van haar vader en moeke ging wonen. Dus verhuisden we naar Eindhoven met z’n vieren. Een van de gevolgen daarvan was dat ik een klas van de lagere school over heb geslagen. Binnen niet al te lange tijd stond toch mijn vader weer voor de deur. Hij zal geen bootje hebben kunnen vinden of de zwemafstand leek ‘m te zwaar, maar hij was er weer en hij wou, met z’n gezin zo vlug mogelijk terug naar Best. We moesten wel even bij opa en opoe van der Heijden intrekken, maar ons vader had in no time een stuk grond aan de Boschdijk en een noodwoning in Rhenen gekocht, die via de Spoorwegen naar Best werd getransporteerd en met assistentie van een partijtje zwagers in elkaar werd gezet aan een onverhard fietspad, ongeveer 100 meter van de Boschdijk, zodat de oorlog eigenlijk geruisloos aan ons voorbijging. We hadden het goed en kwamen niets te kort. Genoeg te eten en de kleren die versleten waren, of een ongelukje hadden meegemaakt werden niet meteen vervangen, maar opgeknapt. Wie had er nou erg in een extra lap op kont of knieën. Ons adres was Boschdijk A80f, maar wij woonde zover van de weg af dat we alleen zo nu en dan in de verte een tank of een colonne auto’s voorbij zagen rijden of een zwerm bommenwerpers over zagen vliegen, maar die vonden blijkbaar Best niet beduidend genoeg om te stoppen, of een bom te laten vallen.

De belangrijke doelen lagen ver achter de horizon, letterlijk en figuurlijk. Het leven ging z’n gewone gangetje Wij gingen elke dag naar school, eerst nog naar de Bernardusschool in hartje Best en al heel gauw naar een nieuwe leergelegenheid op de heide, tegenover de Bata, ook ver van alle oorlogshandelingen. Eén keer hebben we een medeleerlingetje moeten begraven dat gedood werd door een kogel van een luchtgevecht.

Ons vader spande doodgemoedereerd iedere morgen z’n paard in om groente te venten, hoofdzakelijk in de Batakolonie. Ons Moeder verwisselde en waste luiers of er niets aan de hand was. Er waren intussen wel twee kindjes ons gezin komen uitbreiden, een broertje heel aan het begin en een zusje vlak voor het einde van de oorlog. Die twee geboortes hebben bij ons de bezettingstijd geopend en gesloten. Ons Margriet was veertien dagen oud toen voor óns het bakkeleien begon. We zaten 17 september eerste rang toen tientallen transportvliegtuigen gliders (zweefvliegtuigen) en Amerikaanse parachutisten kwamen afleveren boven de Sonse hei. De Duitsers hadden al heel attent een schijnvliegveld aangelegd met verlichting en al, vandaar schijnvliegveld natuurlijk. Daar konden de zweefvliegtuigen netjes, een voor een, aanschuiven. Die actie was hoofdzakelijk gepland om de brug in Son te veroveren als begin van een corridor naar Arnhem. Zodoende werd Best 6 weken op een laag pitje gezet en daarna pas bevrijd. In die tijd woonden wij in een soort Niemandsland. De ene keer liepen er bij ons Duitsers rond en de volgende dag Schotten.

Tijdens een gevechtpauze wou mijn moeder, net als 5 jaar geleden, weer naar Eindhoven, dat intussen wel bevrijd was. naar haar ouders. Met 6 personen op 3 fietsen zijn we naar Strijp getrapt. Ons Margriet in een groentekistje bij mij achter op de pakkendrager. Omdat de Boschdijkbrug in het water lag, werden wij bij de Zwaaikom met een pontje overgezet. Toen we het hele huishouden hadden afgeleverd, wilde ons vader meteen terug naar z’n huis, z’n paard, z’n varken en z’n kippen. “Dat mag” zei ma,”maar dan moet je ons Rudie meenemen, want jij gaat daar niet alleen naar toe” Toen we aankwamen in Best stond alles nog overeind, behalve het paard, dat lag dood in de wei. Het was aan een kogel door z’n keel bezweken. Van het huis waren praktisch alle ruiten nog heel en het werd bewoond door twee Schotse soldaten. Ondanks dat de soldaten Schots waren, was er niets noemenswaardig scheef. Ze waren verrast, maar blij dat we terug waren. Ons vader werd meteen kok, want dat was ie in het leger ook geweest. De soldaten zorgden voor de boodschappen. Geregeld kwam er een konijn of een geit langs wandelen en de soldaten moesten toch per slot van zaken hun schietvaardigheid testen. Heel de omgeving was één grote supermarkt en wij waren de enige klanten, want de meeste inwoners waren voor de gevechten gevlucht en de Boschdijk was leger dan ooit. Ik kwam wel geregeld gedode Duitsers tegen. Voor een salaris van een pakje kauwgum en een reep chocolade ben ik nog een blauwe maandag gids geweest van een opruimploeg. Best werd tenslotte, eind oktober, zonder slag of stoot bevrijd van het laatste restje Duitsers.


© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - donderdag 28 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard