Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

Brabantse Natuur 2021

De os

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

Ruud

De os

Zo’n tweeduizend jaar geleden, haalde in het kleine dorpje Nazareth, een arme timmerman z’n ezeltje van stal en zette het, na het flink geborsteld te hebben, voor de deur gereed, om samen met z’n vrouw Maria de verre reis te ondernemen naar Bethlehem. Hij had het beestje, tegen gunstige voorwaarde, over kunnen nemen vaneen eerste eigenaar.
Jozef, zo heette de timmerman, spoorde Maria aan een beetje voort te maken met inpakken en adviseerde haar, om zo weinig mogelijk mee te nemen. De ezel was al oud en niet van de stevigste. Er was dus maar weinig plaats voor bagage. Ze zouden zich onderweg maar moeten behelpen.
De vrouw, die van emancipatie nooit had gehoord, knikte gehoorzaam, iets anders kwam niet bij haar op. Ze zocht op haar eigen bedachtzame en rustige wijze wat spulletjes bij elkaar, ook voor het kindje, dat binnen niet al te lange tijd verwacht werd en steeg op haar rijdier, het kleine ezeltje.
Maria mocht zo min mogelijk lopen, vanwege haar toestand en de plaats van bestemming was ook niet net naast de deur. Jozef had zo nauwkeurig mogelijk de afstand berekend, waarbij z’n kundigheid als timmerman, goed van pas kwam. Hij had becijferd dat ze, als hij het tempo en verbruik van het ezeltje meetelde, net genoeg geld hadden, om de reis, naar de stad van David, te bekostigen en voor de terugreis kon hij in Bethlehem altijd nog, voor de een of ander, tegeneen zacht prijsje, een kast timmeren of een stoel repareren.
Jozef had het geluk, dat hij geen rekening hoefde te houden, met stoplichten, rotondes of andere verkeersopstakels, want men kon van de Romeinen zeggen wat men wilde, maar de wegen waren uitstekend en werden prima onderhouden, zelfs voor zo’n belegen ezeltje, dat een zwangere vrouw naar Judea moest dragen.
Ineen gezapig tempo stapte het beestje, bij Jozef aan de hand, langs ’s Heren wegen, richting Bethlehem, waar de familie zich moest melden vooreen, door de Romeinen verplichte volkstelling. Er waren, om die reden, nogal wat mensen onderweg. De ene keer kwam er een ruiter te paard voorbij jakkeren, wat bij Jozef de uitdrukking ontlokte, dat de jeugd totaal geen respect meer toonde voor de ouderen. Een andere keer was het een koppel langzame ossen die vooreen opstopping zorgde, omdat ze zo nodig een kreupele kameel of een kudde schapen moesten passeren. Jozef snapte niet, dat daar geen verbod tegen gold, ”in mijn jeugd was dat wel even anders” mopperde hij.
Het bleek intussen, dat de wegligging van de ezel ook niet was zoals hij, volgens de verhalen van de verkoper, behoorde te zijn. Maria had blaren, op plaatsen, waar eigenlijk beter geen blaren zouden moeten zitten. Ze kwam daarom af en toe, toch maar, naast Jozef lopen, wat de ezel een vrolijk: ”ia ia” waard vond. Na veel lastige bergpassen en dito stoffige wegen, zagen ze, als einde van lange, zware reis, in de verte het stadje Bethlehem opdoemen.
Het werd steeds drukker op de wegen en Maria peinsde hardop: Ik hoop maar dat weeën kamer meteen bed kunnen vinden, Jozef. Ik ben onderhand wel aaneen beetje rust toe.”
Jozef droomde intussen vaneen glas koele wijn en een verkwikkend bad. Hij vond dat hij dat, na al dat stofhappen, wel verdiend had. Zo sjokten ze het overvolle Bethlehem binnen.

Maria’s bange verwachting, werd spoedig bevestigd, want hoe ze ook zochten en waar ze ook vroegen, alleen in de dure herbergen was een enkel plaatsje vrij; maar dat was onbetaalbaar voor de smalle beurs vaneen arme timmerman. Het ezeltje, even alleen gelaten, was intussen op avontuur gegaan en had , net buiten de stad een wei ontdekt en toen Jozef en Maria, na vertwijfeld zoeken, hem vonden, stond hij zich te goed te doen aan het overvloedige, sappig groene gras. Hij balkte van blijdschap, terwijl hij met grote, gretige happen de lekkernij vermaalde. Dat was potverdikke lang geleden!
Aan de rand van de wei bleekeen, tamelijk vervallen, stal te staan. Vier wankele palen en een wrakkig dak, was wel niet precies wat ze verwacht hadden als rustplaats, maar het was altijd beter dan niets. Het was er in ieder geval droog en niet zo druk als in de stad. Er bevond zich namelijk alleeneen overjarige os, die z’n beste tijd achter de rug had, maar wel blij was meteen beetje aanspraak. Hij was dan ook meteen goede maatjes met het ezeltje en had er geen bezwaar tegen, dat Jozef en Maria in zijn stro ploften en daar onmiddellijk in slaap vielen.
Die nacht werd Jezus geboren en nu komt er een stuk geschiedenis, wat in de loop der eeuwen verloren is gegaan, omdat de geschiedschrijver het blijkbaar niet zo belangrijk vond.
Terwijl hebberige herbergiers hun deuren gesloten hielden voor armelui, engelen, met overvloedig gezang het luchtruim bevolkten, herders hun schapen in de steek lieten om op kraamvisite te gaan, heeft de os, toch maar mooi, een paar nichtjes te hulp geroepen, die voor broodnodige melk zorgden, waarmee de jonge moeder zich kon voeden en zodoende de baby in leven kon houden. Zelf diende hij, met z’n dampende adem als verwarming voor het kleine kindje, waar hij, zonder enige bedenking, zijn voerbak voor beschikbaar stelde. Hij maakte daar weinig woorden aan vuil. Later werden talrijke verhalen gewijd aan zingende engelen, herders met schapen en oosterse wijzen, maar de eerste en uiterst belangrijke hulp kwam toch van die oude os. Dat is nu dan tenslotte ook eens rechtgezet.


© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - donderdag 28 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard