Brabantse Natuur 2021
Klamperds
Hannie Nilsen - 1 december 2021
Een vroege herinnering: een enorme vogel, bewegingsloos op een paaltje langs de snelweg. “Een klamperd, meiske, een gewone klamperd”, was steevast het antwoord als we vroegen welke vogel dat was. Maar ook de veel kleinere vogel die stil hing boven de berm, was een klamperd en die ene keer dat een duif achter op het kolenhok opgepeuzeld werd, was het ook ……een klamperd.
De slechtvalk was op het einde van de vorige eeuw zo goed als uitgestorven in Brabant, anders was de vogel die jaarlijks op het provinciehuis broedt ongetwijfeld ook een klamperd geweest.
Alleen in Frankrijk vlogen in die tijd geen klamperds maar wouwen.
Buizerd - Foto: Jan Wolfs |
Buizerd Nog steeds kun je zonder al teveel moeite klamperds spotten in Brabant. De meest bekende, meest geziene, is ongetwijfeld nog steeds die grote vogel op een paaltje of in een boom langs de snelweg: een buizerd. In het najaar komen ze in grote getale vanuit Scandinavië naar hier en kan hun aantal in Nederland van 10.000 broedpaartjes in de zomer oplopen tot ongeveer 50.000 vogels in de winter. Die dan ook nog eens beter te zien zijn omdat er geen blad aan de bomen zit. Ze kunnen in kleur variëren van bijna wit tot zeer donker. |
Vaak hebben ze een tekening op de borst die aan een burgemeesterketting doet denken. |
Buizerd - Foto: Jan Wolfs |
Maar er zijn veel meer roofvogels in Brabant. Zeker 10 soorten brengen hier ’s zomers hun jongen groot. Sommige vogels zijn makkelijk te herkennen, voor andere moet iets meer moeite gedaan worden.
Torenvalk - Foto: Jan Wolfs |
Torenvalk Een tweede makkelijke soort naast de buizerd is de torenvalk, ook een vogel die je soms langs de snelweg ziet en zeer herkenbaar is door zijn jachttechniek, het zogenaamde bidden. Terwijl vleugels en staart continue in beweging zijn, houdt hij zijn kopje doodstil om zo de velden af te speuren naar een voedzame muis. |
Alsof dit nog niet voldoende is, heeft hij nog een zeer speciaal hulpmiddel: in tegenstelling tot ons kan een torenvalk ultraviolet licht zien. En laat dat nu precies de kleur zijn van hét communicatiemiddel van de muis: zijn urine. Overal laat hij kleine druppeltjes achter: om een partner te vinden of om te onthouden waar voedsel te vinden is. Ook zijn achterlijf is vaak nat van de urine met dat ultraviolette licht waardoor het voor een torenvalk wel erg makkelijk wordt het spoor te volgen. |
Torenvalk - Foto: Jan Wolfs |
Slechtvalk |
Slechtvalk De slechtvalk is zijn grotere broertje. Hem zul je niet biddend boven een akker zien maar met enige moeite kun je hem wel ontdekken, zeker in het broedseizoen. Deze vogel was aan het einde van de vorige eeuw bijna uitgeroeid in Nederland. Pas na het verbod op DDT kroop er in 1993 weer een slechtvalkkuiken uit het ei. Deze vogel broedt oorspronkelijk hoog op de rotsen en ziet onze hoge bebouwing ook als een soort rots. |
De slechtvalk wordt gerekend tot de snelste, misschien wel allersnelste vogel ter wereld. In duikvlucht is zelfs een snelheid gemeten van 389 km/uur. Maar ook in horizontale richting haalt hij snelheden van meer dan 100 km/uur. |
|
Boomvalk |
Boomvalk Nog een valk, de boomvalk, is alleen ’s zomers in Nederland te zien. De boomvalk leeft van zwaluwen en andere kleine zangvogels en vliegende insecten, voornamelijk libellen. In het najaar verdwijnt hij dan ook naar tropisch Afrika, zijn voedsel achterna. Maar wie ooit op een mooie zomerdag een boomvalk boven de hei heeft zien zweven, peuzelend aan een libelle in zijn klauwen terwijl de niet-eetbare vleugels omlaag dwarrelden, zal dit beeld niet makkelijk vergeten. |
Sperwer & Havik Twee andere echte klamperds zijn sperwer en havik. In sommige regio’s was vroeger de naam klamperd (of klamper) zelfs enkel voor deze soorten bedoeld. Voor een leek kunnen ze moeilijk te onderscheiden zijn maar het is vooral de sperwer die tegenwoordig steeds vaker in de tuin wordt gezien. Deze roofvogel leeft onder andere van kleine zangvogels en waar kun je die ’s winters beter vinden dan in onze tuinen, gelokt door vetbollen, zaadsilo’s en pindasnoeren. Niet alleen voor de kleine zangvogels, ook voor de sperwer is op deze manier de tafel gedekt. Dat maakt zijn leven weer wat makkelijker. Tegenwoordig broedt deze roofvogel ook steeds vaker in de stad, dichtbij zijn voedselvoorraad. |
Sperwer - Foto: Jan Wolfs |
Voor andere soorten moet je net wat meer moeite doen. De visarend en de grootste van onze roofvogels, de zeearend, kun je in Brabant gewoon tegenkomen. Zeker tijdens een ontspannen dagje in de Biesbosch want daar broeden deze twee soorten. Een pluim op de hoed voor natuurbeschermers want deze arenden zijn behoorlijk kieskeurig.
Reiger & Zeearend - Foto: Hannie Nilsen |
Zeearend & Visarend De zeearend is met een spanwijdte van 2 meter de grootste roofvogel in Nederland. Niet voor niets heeft hij als bijnaam ‘de vliegende deur’. Een bijzondere soort om te zien. En niet alleen vanwege zijn grootte. |
Visarend Ook de visarend, die nooit eerder in Nederland broedde, ontdekte in 2016 de Biesbosch. Dit jaar waren er zelfs 5 paartjes aanwezig hier waarvan 4 koppels jongen grootbrachten. |
|
Rode wouw - Foto: AVG |
Rode & zwarte wouw Tot slot zijn er nog twee soorten die wat meer kennis en geduld vereisen. Rode en zwarte wouw zoeken meer de stille gebieden op, bouwen hun nesten verscholen in een boom en foerageren vaak meer in de natuur. Maar ook dit zijn broedvogels uit onze directe omgeving. Ze zijn vooral herkenbaar aan de licht gevorkte staart. |
Sperwer, havik, wouw……eigenlijk maakt het niet uit of je het beestje bij zijn naam noemt of ze allemaal over één kam scheert: gewoon een klamperd. Een perfekt gekozen naam want het woord klamperd (afgeleid van klemmen) vertelt hoe de vogel zijn prooi vangt, soms doodknijpt en vervoert. Allemaal met die reusachtige klauwen met een klemkracht waar je ontzag voor moet hebben.
Heeft u nog vragen of opmerkingen? Of kennis die u graag deelt? Mail dan naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
U krijgt dan zo spoedig mogelijk antwoord.