Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

Hannes van Cisse 2014 (Hans Lakwijk)

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 
Ruud

Aaipet
M’n pet leek versleten, m’n zuster die zei:
je moet als de bliksem ’n nieuwe gaan halen.
Het eind van je hoofddeksel komt naderbij
en bent al ’n beetje, behoorlijk aan’t kalen.

M’n zoon raadde mij, om ’n aaipet te kopen,
want aipetten zei hij zijn stellig ’n must.
Geen mens zonder aaipet zie je nou nog lopen,
nee iedereen is met zo’n ding toegerust.

Ik zei: joh m’n pet is nog lang niet versleten,
m’n zoon zei ik google ’t wel effe op.
De aaipet heb ik na veel passen en meten,
maar ’t is geen gezicht zo’n geval op je kop.

Aan z’n muziek kent men de mens
Goei mensen fluiten en zingen op ’t werk
en musiceren in kroeg en in kerk,
spelen op feesten voor bruigom en bruid,
kwaai volk dat geeft om dat zingen geen fluit!

Aanvang
Het leven, na de luier,
wordt er niet simpeler op
’t eerste eng gekuier,
de bulten op je kop.
’n Vlieg die je blijft plagen,
de soep die je niet lust.

’t Gevoel van onbehagen,
als ome Koos je kust.
De kater van de buren,
die lelijk doet naar jou.
Naar school gaan ze je sturen,
’t laatste wat je wou.
je kunt je kont niet keren,
zo propvol is de klas.
En na al ‘t incasseren,
begint het leven pas.

Aarde
Aarde, waar de haarden oorlogshaarden zijn heel vaak.
Aarde, waar de baarden hellebaarden zijn voor wraak.
Aarde, waar de gaarden dikwijls rood zien van het bloed.
Aarde, waar de waarde van ‘n mens er niet toe doet.
Aarde, hoogbejaarde en geteisterde planeet.
Aarde, niemand spaarde jouw voor zorg en leed.

Actief
Bezig blijven is belangrijk,
’t houdt je wekker aan de gang,
door ’n positieve inkijk,
blijf je fit en leef je lang.
Elke morgen bij ’t ontwaken,
ben je blij met weer ’n dag,
om van niets toch iets te maken,
zo je’t zelf bedisselen mag.

Air
Zonder klompen, zonder klak,
zonder das van bonte ruiten,
blijf je, zelfs in’t sjiekste pak,
toch ’n boerke van buiten.
Al kun je niet meer zo rad,
al die ouwe naomen noemen
en al praat je minder plat,
afkomst is niet te verbloemen.
Ge kunt groot doen en pedant
en de duurste schoenen kopen,
je blijft aan je stam verwant,
oorsprong kun je niet ontlopen.

Al doende
Nog elke dag leer je wat bij,
nu is het nog lood om oud ijzer,
maar ooit klaar je ieder karwei,
met elke stap word je wat wijzer.
Nu stoot jij je neus keer op keer,
zult vaak nog ’n uitbrander krijgen,
je valt op je gat, dat doet zeer,
zult euvelen aan elkaar rijgen.
Doch eenmaal, als bij toverslag,
omdat jij zag: willen is kunnen,
zal eens op ’n zonnige dag,
het leven jou voorspoed vergunnen.

Alaaf
We worden er niet knapper op,
de leeftijd eist z’n tol.
We leven niet meer in galop
en slaan niet meer op hol.
Er komen daag’lijks rimpels bij,
het haar verschiet van kleur.
We leven vet- en suikervrij,
ten koste van ’t humeur.
Maar ik, bij ’t eerste pril alaaf,
stort mij, voor dag en dauw,
in ’t feestrumoer, vol overgaaf
en hos me bont en blauw.

Alaaf
Drie wijzen uit het westen:
Jan, Pieter en André,
die zaten in de nesten
en diep in de puree.
Ze kwamen naar het zuiden,
met veel bazuingeschal
zo hoorden zij verluiden,
want daar was’t carnaval.
Het waren blije binken
en hadden zich verkleed.
Ze hoopten op vrij drinken
en vrouwen bij de vleet.
In Brabant aangekomen,
zonder een centje pijn,
bleef van hun mooie dromen,
alleen maar schone schijn.

40 jaar AHB
Kunt U zelf niet meer gaan winkelen,
hebt u graag ‘ns iemand mee,
laat uw telefoon dan rinkelen,
simpel bij de AHB.
Wilt U ‘ns ’n uurtje keuvelen,
met ‘n lieve luisteraar,
wie weet minderen uw euvelen,
lijken minstens minder zwaar.
Is uw ware hobby kegelen,
of ’n spelletje biljart,
ook daar valt wel iets te regelen,
leg je keu maar vast apart.
Kunt U niet bij de pedalen
en is lopen zelfs ’n kruis,
komt de AHB U halen
en brengt U weer veilig thuis.

Allerzielen
Nu ontbreekt geen enkele geest,
niet één zieltje wordt vergeten,
ben je links of rechts geweest,
hier wordt met één maat gemeten.
Kleuren maken geen verschil,
goeden zijn er geen, of slechten,
elk persoon is hier doodstil
en ‘n baas ligt bij z’n knechten.
Zelfs niet één wordt afgekraakt,
ook zijn er geen hoogverheven,
dealtjes worden niet gemaakt,
elke ziel is om het even.

Als
Als het vochtig is en heet,
krijg je vliegen bij de vleet
en als ’t kouder wordt dan krijg je wintertenen.
Als het donker is en nacht
en het boevengilde lacht,
roep maar: kiekeboe dan nemen ze de benen.
Als je sneller rijdt dan mag, draai jij op voor het gelag,
ook agenten hebben zorg voor hun gezinnen.
”Als” is ’n geduldig woord,
’t brengt weer andere ”alsen”voort,
met zo’n ”als” wordt op ’n feit vooruitgelopen.
Overal komt ”als” van pas
steeds weer in ’n andere jas,
”als” mijn kat een koe wordt, hoef ik nooit meer melk te kopen.

Als de klokken
Als de klokken van Odulphus weer gaan luiden,
als ie horen laat dat hij er nog steeds is,
wil hij iedereen misschien daarmee beduiden:
je moet bidden lui, als de verdommenis.
wie niet bidt, zal nou en nooit niet zalig wezen,
en geen aandacht schenkt aan de collecteschaal,
komt nooit verder, dat valt serieus te vrezen,
dan de laatste bank of ‘t koude voorportaal.

Als het winter wordt
Als het winter wordt en de dagen kort,
zoeken wij in eigen huis weer de gezelligheid.
Als de ijzel plaagt en je huid belaagt
vind je binnen de geneugten van de wintertijd
Als de kachel brandt, is het zomers strand,
niet meer dan ‘n vage, wazige herinnering.
Als de stormwind snijdt, in je botten bijt,
is daar altijd weer het schild van de familiekring.

Als je maar lachen blijft
Het leven is veel te kort voor ‘n lang gezicht.
Het helpt je geen ene moer of je wakker ligt.
Verschuif al je zorgen op de langste termijn
zodat ze na ‘n tijdje overjarig zijn

Als je omkijkt
Als je omkijkt
dan zie je hoe hard je kon lopen,
veel sneller en langer dan nou,
hoe ver en hoe hoog je kon springen
en stappen zo trots als een pauw.
Geen bril zie je en geen toupetje,
ik weet: zulke dromen zijn dom.
Daar heb ik toch iets op gevonden:
Ik kijk nu gewoon niet meer om.

Alzheimer
Vraag me niet naar het verleden,
”toen” bestaat voor mij niet meer,
al mijn vroegere vaardigheden,
gingen heen, zie ik nooit weer.

In mijn geest heerst de verdwazing,
’t geheugen levert mij ‘n streek
en het laat tot mijn verbazing,
mij eenvoudig in de steek.

Welk lot is mij beschoren,
nu ik in het donker tast?
‘k Voel me nietig en verloren
en ik smeek je: hou me vast.

‘k Ben verdrietig al m’n dagen,
door de knoop in m’n verstand
en ik wil je je nog eens vragen:
neem me stevig bij de hand!

Analoge tijdperk
Week aan week zes dagen werken,
niet studeren, ook geen schuld,
iedere zondag volle kerken,
de collectezak gevuld.
Huishoudens met twaalf kinderen,
vrome wens van de pastoor
en een middel om te minderen,
was men nog niet op het spoor.
Knijpkat voor de donkere hoeken,
om te schrijven: kroontjespen,
borstrok, lange onderbroeken,
eerste zwemles in’t Lang Ven.
Plee met in de deur ’n hartje,
kranten als toiletpapier,
naar de kermis met een kwartje,
duppie voor de Janplezier.
Trouwen eerst, dan samenwonen,
daarna knutselen aan ’n kind,
draaischijftelefonen,
iedereen was roomsgezind.
Fiets met trappers en dynamo,
voor een zielig streepje licht,
nergens muren met graffito,
men kende z’n burgerplicht.
Fileloze autowegen,
geen verkeerslicht, groen noch rood,
niemand zat om werk verlegen,
elkeen zwoegde voor z’n brood.
Als j’om zes uur moest beginnen,
kwam je geen minuut te laat,
’s avonds was men al vroeg binnen,
dan zag je geen kip op straat.
Als je dat gaat vergelijken,
met de overdaad van nou,
moet je vragen vlug ontwijken,
laat het maar gewoon blauwblauw

Apekool
Al ben ik geen liefhebber van converseren,
‘k Geniet van’t gekeuvel, gekakel van Geert.
Daar kan zelfs ’n dominee nog wat van leren,
de wijze waarop hij het volk amuseert.
Hij weet goedgelovigen aan zich te binden
en werd zomaar de harlekijn van Den Haag.
De welkome antwoorden weet hij te vinden.
‘k Hou niet van gezever, maar hem hoor ik graag.

Apenrots
De apen klip en klaar, doen niks als vlooien daar,
ze weten hoe en waar ze moeten vlooien.
Van vroeg tot ’s avonds laat, doen ze mekaar geen kwaad
en weten goed: ‘t gaat alleen om vlooien.
Wordt er ’n vlo gespied, dan pakt men hem subiet,
ze tellen ze ook niet, ze vangen vlooien.
Zo’n aap mist zelfs geen neet, vangt vlooien bij de vleet ,
z’n dag wordt goed besteed aan jacht op vlooien.
De mens heeft de techniek, de kunst van politiek,
zo’n truc van elastiek, goed afgekeken.
Gevlooi, gemist of raak, meest praatjes voor de vaak,
maar handig om te maken of te breken.

Apres nous le déluge
Weer ‘n keer te hard gereden,
en de snelheid overschreden
op de foto, altijd prijs,
scha en schande maakt je wijs.
Winter, bloemen op de ruiten,
zonder wolletje naar buiten,
warm en kou als vuur en ijs,
scha en schande maakt je wijs.
Voor ’n koopje op vakantie,
met ’n luchtbel als garantie,
dat wordt vaak ‘n dure reis,
scha en schande maakt je wijs.
Naar het Internet voor koopjes,
die beloven ze met hoopjes,
maar elk huis is geen paleis,
scha en schande maakt je wijs.

Arglist
Korting en bonus en halleve prijzen,
beste koop , voordeel en helpende hand,
gratis of goedkope toegangsbewijzen,
spotjes met smeersels en deodorant,
flyers, affiches en aanplakbiljetten,
spaar- en of koopzegels bieden profijt.
In de reclamestrijd gelden geen wetten,
aan ’t ene gewonnen, aan het andere kwijt.
Winnaars zijn altijd de kapitalisten,
ook als je alleen maar de aanbieding haalt,
pluggers en pushers en propagandisten,
worden op ’t lest door de koper betaald.

As
Ook al stopte ik met roken,
heel veel jaren vòòr vandaag,
smook ik vast nog zware pijpen,
voor ikzelf de pijp uitga.
‘k Heb deskundigen gesproken,
ging hun wijze gangen na,
maar ‘t viel zwaar te begrijpen,
dat ik slechts uit as besta.

As
’n Blauw stukje lucht wordt ’n zeldzaamheid,
we rekenen op pikdonkere jaren.
’n Asbrakend monster bepaalt ons beleid,
’n berg waarin de duivel is gevaren..
Straks worden we bedolven onder as,
bespeuren dan geen hand voor ogen.
Alleen maar Sunlight die is in z’n sas
en ziedt z’n zeep met vol vermogen.

Asielzoekers
Herfstkou in je benen,
stormwind op je smoel,
grote hagelstenen
en ’n kliederboel,
Ieder jaar hetzelfde,
afgezaagde lied,
van het breed gewelfde,
lagedrukgebied.
Wij als Nederlanders,
zijn dat wel gewend,
maar het voelt heel anders,
als je zonkind bent,
om te onderkoelen,
ver van huis en haard.
Doch je veilig voelen,
is ook wél wat waard.

Aswoensdag
Morgen is ‘t weer afgelopen
en de lust wordt weerom last,
je kunt dan je kiel verkopen,
berg je klompen in de kast.
Nu nog in de wolken, even,
dan de veertigdagentijd.
Morgen weer het harde leven,
van de rauwe werkelijkheid.

Avond
De avond sleept zich naar ’t slot,
de uren loom en lijzig.
Het bier blijft steken voor m’n strot,
’t is er lauw en prijzig.
Als jij ooit in zo ’n zaak belandt,
het kan, ook jou, geschieden,
steek dan de hele boel in brand,
geen mens zal ’t jou verbieden.


© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - vrijdag 29 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard