Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

Klaas van Bètte 2014 (Cor Swanenberg)

Ruudjes - M

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 
RuudMaagden
Zoveel ongerept vrouwvolk, wat moet je ermee,
één vind ik al meer dan volop,
nee, ik redde het niet, met ’n flatje voor twee
en ‘k werd ook nog armer dan Job.
Bovendien hangt elk uur ‘n agent aan de bel,
vanwege de mot met de buurt,
zelfs ’n hele nieuwsgierige politiekapel,
die zomaar niet weg wordt gestuurd.
Waarom dat je als man, is iets waar ik mee zit,
al die hemelse gunsten hebt,
over dank voor een vrouw op ‘t eind van de rit,
met geen enkel woord wordt gerept.

Maartse buien
Stap je met je goeie been uit bed,
is de dag meteen al goed begonnen,
want er is een ongeschreven wet:
goed begonnen is al half gewonnen.
Maar als soms de zon verstek laat gaan,
en de stormwind rammelt aan de ramen,
gaat de mensheid het geen bliksem aan,
als je lekker lui blijft liggen, samen.

Maltekort
De zieligste ziekte is genotgebrek,
daar kun je je echt op verkijken.
Het is niet alleen maar ‘n pijnlijke plek,
je kunt het met smart vergelijken.
Zo’n handicap: geen verlangen naar vertier,
dat kan je bestaan ondermijnen.
Edoch voor zo’n chronisch tekort aan plezier,
bestaan er heus wel medicijnen.
’n Knalfuif of lachgas, ’n olijke blik,
’n stel ”lach of ik schiet” gebeden,
’n uurtje of wat met je vriendenclub schik,
en ’t lastigste leed is geleden.

Man en paard
Een man van gewicht,
ook de man in de straat.
Een man van zijn woord
en een man van de daad.
Vaak man aan het roer,
maar een naar ieders hart.
Een man van het vak,
maar een klasse apart.
Een man van belang
’n echte selfmade man,
Een zeldzame mens,
zo’n man was Gerrit Jan.

Mariamaand
Ons eigen Vlèùts kapelleke,
ontvangt met groot plezier,
de hele zomer elke,
Mariafan met zwier.
Op iedere woensdag, ’s avonds,
meest op de zelfde tijd,
met zegen van de moessons,
’n buitenplechtigheid.

Mei
Maria d’r maand is begonnen,
de duizenden fans gaan op pad.
Ver weg of dichtbij, in colonne,
op weg naar ’n heilige stad.
Naar Santa Maria Maggiore,
Naar Kevelaar, of Guadaloup,
van wijd en zijd hoor je de koren,
op Moeder doen ze ’n beroep.
Ze reizen per trein of in bussen,
vertrekken vaak vroeger dan vroeg,
maar vraag je’t aan mij ondertussen,
dan vind ik de Vleut ver genoeg.

Melkkoe
Weet je wat ze willen met de ouwen?
‘tis warempel bij de beesten af:
zonder tanden op ’n houtje kauwen
en de wandelstok wordt bedelstaf.

Wat ze ook nog van ons kunnen vragen,
ons misschien wel willen laten doen?
‘k Zie ze er voor aan dat ze het wagen:
na ons tachtig jaar pas met pensioen.

Zijn wij zulke lulletjes rozenwater,
of gaan we massaal als grijze plaag,
met z’n allen achter de rollator,
in de kortste keren naar Den Haag?

Merel
Iedere morgen vlak voor m’n ruit,
zit er ‘n merel die mij wakker fluit.
Bij ‘t ochtendgloren, laat hij zich horen,
en jaagt me zomaar m’n slaapstede uit.

Voordat de zon er is, gaat ie te keer,
slapen dat lukt dan verdorie niet meer.
iedere morgen, wil ik hem worgen,
waar haal’k zo gauw ’n machinegeweer.

Hoe maakt zo’n beest, dat enorm matinee,
als hij begint, doet het hele koor mee,
mezen en mussen, je komt er niet tussen,
‘t lijkt wel ’n fluitketelband op tournee.

Middelmaat
In steeg, in steg, in iedere straat,
heerst kleurloos, grauwe middelmaat,
maar zelden tref je er iets aan,
om één minuut bij stil te staan.
Alleen maar doorsnee, waar je kijkt,
‘tis of bespottelijk, of geijkt.
‘tis alledaags, opnieuw verpakt,
vaak voorgekauwd en uitgekakt,
vrijblijvend is al wat je ziet,
verfrissend, dan verkoopt het niet.

Midden in de winternacht
De boom staat er weer,
met z’n prachtige piek en z’n pakjes,
z’n blinkende ballen, z’n engelenhaar,
de slingers, de sneeuw op de takjes.

’t Brengt sfeer toch in huis,
elke Kerstmis bewijst weer z’n waarde.
Al is ie voor enkele dagen maar daar:
de illusie van vrede op aarde.

Mijmerij
Er was eens ’n dorpje dat heette: Uitstekend,
het was er geweldig, uitmuntend en best.
Er werd alles tot op de cent uitgerekend,
zodoende werd je er maar zelden geflest.
Geen automobiel reed te snel op de wegen,
gaf voorrang aan alles, zowél links als rechts.
‘n Iedereen wenste elkaar heil en zegen
en niemand die gunde ’n ander iets slechts.
De kerk die was iedere week afgeladen
en in de collecteschaal lag niet één knoop.
Politici waren elkaars kameraden
en nooit lag er iemand met een overhoop.
Zo’n plekje als dit is er een uit m’n dromen,
illusie, visioen, fantasie tegelijk.
Het was voor ons allemaal mooi meegenomen;
maar blijft voor ons mensen ver buiten bereik.

Milieu
Soms denken we terug aan die heerlijke tijd,
verwachtten van’t leven zo veel,
maar flink wat vertrouwen dat raakten we kwijt,
de welvaart die eiste z’n deel.
Al werden we samen als volk toch zo rijk,
ons hart dat werd stilaan verarmd
en ook het gevoel dat verdween tegelijk,
het kan niet meer worden verwarmd.

Het water was vroeger zo helder als glas,
genoten door zalm en forel,
maar nu is het troebel; vergeven van as,
‘n hemel werd langzaam ’n hel.
We maakten’n wassende, woedende zee,
de auto bracht lux, doch ook gas.
Maar wat we wel hebben dat is de teevee,
Daar kun je dan zien hoe het was.

Milieustraat
Stoelen en banken en dik hout voor planken,
’n soep- of ’n spat- of ’n prikbord.
Kale tapijten, belegen habijten,
dat kunnen we kwijt op de vuilstort.
Stokken en latten en loof van patatten
en alles wat thuis in de weg staat.
Specie en stenen en vodden en benen,
‘tkan allemaal naar de milieustraat.

Moeder
Ons Vader is de heer in huis,
hij heeft het voor het zeggen,
zodat het hele huisgezin,
zich daarbij neer moet leggen.
Ons vader deelt de lakens uit,
als ongekroonde koning.
Ons moeder echter die besluit,
hoe’t gaan zal in de woning
en daar helpt jou geen alsjeblief,
geen schelden of geen vloek aan,
een smeken of geen moedertje lief,
want mama heeft de broek aan.

Moeder
Moeders hebben het niet makkelijk.
Moeder is ’n zwaar beroep.
Moeders sjouwen zich ’n ongeluk.
Eerst de luiers vol met poep,
daarna veel gekneusde knietjes,
kilometers leukoplast,
onverklaarbare verdrietjes,
moeder draagt ‘n loden last.
Stopt dan’t grut met groter groeien,
denk je: nou krijgt moeder rust,
blijft ze zich toch nog vermoeien,
zal ze zorgen....onbewust.

Moeten en willen
Jij mag niet, jij mag wel
’t Zijn de regels van het spel
en bevel dat is bevel
van de wieg tot aan je dood
Jij zult zus, jij zult zo
met of zonder animo
in ‘n vast scenario
anders val je uit de boot

Jij moet dit, jij moet dat
ook al ben je’t wel ‘ns zat
en al baal je wel ‘ns wat
van die duffe regelmaat
Jij moet hoog, jij moet laag
zonder morren of geklaag
ook al deed je wel ‘ns graag
‘ns ‘n keer wat kattenkwaad

Jij blijft arm, hij wordt rijk
altijd blijft ’t ongelijk
da’s nou eenmaal de praktijk
zonder rijke ouwe heer?
D’een heeft niks, de ander veel
en je denkt: ‘k wil mijn deel,
hoe steek ik dat aan de steel
leg je daar nou maar bij neer

Mogen en moeten
Schudt de hemel en de aarde,
om niet stil te hoeven zitten,
want alleen de luxepaarden,
mogen langer blijven pitten!
Da´s niet weggelegd voor knollen,
die niet rusten en verpozen,
hun weg, door constant te hollen,
gaat hoogstzelden over rozen.
‘tWerkend volkje mag niet luieren,
maar hem juist van jetje geven,
opschieten en niet uieren,
is het motto van hun leven.

Molenhuis
Uit de woningbouw z’n as
is het Molenhuis verrezen.
Als ’n warme winterjas
’n veilig tehuis, uitgelezen.
Dankzij Cello en Domein
en ’n gulle groep sponsoren,
kwam na regen: zonneschijn,
’n warme bron, uit nood geboren.

Muziek
Ritme en rijm en akkoorden.
Keervers, coupletten en woorden,
van liefde, geluk of verdriet
en daar heb je alweer ’n lied.

Deuntje, eenvoudig te zingen,
alleman gaat er op swingen.
Je weet vaak niet waar het in zit,
maar da’s het geheim van de smid.

Zingen is simpeler dan zeggen
Jij kunt je swing er in leggen.
Waar praten heel vaak niet voldoet,
geeft zingen de burger weer moed.

Gaat je houvast ’t begeven,
laat dan muziek in je leven,
zorgen voor de harmonie,
in ‘t timbre van ’n melodie.

Muzikant
Voordat ik echt doodga,
zorg ik dat ik rood sta,
en ga daar iets leuks voor beramen.
‘kZorg dat ik platzak ben,
op m’n dooie gemak ben,
‘tis uit dan en over en amen.
‘k Genoot van het hier zijn,
maar ‘k hoor het vertreksein,
en wil eerst nog dit met u delen:
Muziek was m’n leefwijs,
‘n klankvolle droomreis
en ‘k wil zelf het slotakkoord spelen.

Muzikant
Al kan God niet overal zijn,
weet Hij drommels goed van wanten,
dus voor ieder soort festijn,
schiep Hij blije muzikanten.
Zei: geeft ‘m maar van katoen,
met je fluit, je luit en trommel.
‘kHeb hier boven zat te doen,
blaas en drum maar, voor de drommel.

Muzikant
‘k Moest vaak roeien met de riemen die ik had,
‘t lukte me om kool en geit te sparen.
Ik vond voetangels en klemmen op m’n pad,
hoopte: het verstand komt met de jaren.
‘k Zocht, waar mogelijk, ’t goede in de mens,
dacht iedereen tevree te kunnen stellen.
maar dat nobele streven was ‘n vrome wens,
vreemde klanten waren m’n gezellen.
Jaren was ik met m’n monica op pad,
speelde heel vaak voor muziekbarbaren,
maar ik roeide met de riemen die ik had,
ook al was het tegenstrooms zwaar varen.

My way
Wat andere mensen zeggen,
dat trek ik me niet aan.
‘kBlijf ploegen en blijf eggen,
laat m’ uit het veld niet slaan.
Je doet het volgens velen,
toch altijd weer verkeerd,
maar ’k heb, door mee te spelen,
m’n lesjes wel geleerd.
Wat andere mensen willen,
zal mij ’n zorg zijn.
Ik ga me niet vertillen,
aan andermans chagrijn.

Mysterie
‘t Geheim van het bestaan,
de waarde van het leven,
waar komen we vandaan,
waarom zijn we gebleven?
Wie hielp ons op de been,
na het veelvuldig vallen,
waar gaan we strakjes heen
en is daar plaats voor allen?

© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - donderdag 28 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard