Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

’t R'smòlles k’tierke 1993

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 
Ruud

De herdertjes in de stille nacht 

Het was een van de donkerste dagen van het jaar. De oude herder had net zijn schaapjes geteld en was van plan om zijn tent op te zoeken, toen hij vanuit de verte mysterieuze, muzikale klanken meende te horen. Zijn zoon kwam ook al nieuwsgierig aangerend en zei: daar is toch nergens een herberg waar muziek gemaakt wordt. Nee zoon zei zijn vader, maar het is ook een heel andere soort muziek dan jullie gewend zijn in zo’n dranklokaal.
Kom, we zullen eens een eind die kant op lopen, dan zien we misschien wat daar gebeurt. De schapen liggen nou toch onder wol, we kunnen ze gerust even alleen laten.

Er sloten zich intussen nog wat andere herders bij hen aan, die er ook het fijne van wilden weten. Hoe verder ze liepen, hoe meer ze tot de overtuiging kwamen dat daar in de verte iets heel bijzonders aan de hand was. Ze waren wel wat gewend, met om zich heen al die wolven en beren die het op hun kudde gemunt hadden, om maar niet te spreken van de rovers op twee benen, die waren nog het ergste. Dit echter was iets waar ze met hun simpel herdersverstand niet bij konden.
Plotseling stonden ze oog in oog met een koor van engelen dat een lied zong over een koning die deze nacht geboren en die al eeuwen geleden aangekondigd was, ze werden begeleid door een grote groep harpspelers en fluitisten. Het lied ging over een nieuwe koning die zich als klein kind zou bevinden in een oude stal in de omgeving, met zijn vader en moeder en een oud ezeltje.

Een van de herders, die in zijn jonge tijd een blauwe maandag bij de Rabbijn in de leer was geweest en die ze daarom ook Rabbi noemden zei: Het stond in de boeken: ‘Gewikkeld in doeken, ligt daar het kind, ga heen en gij vindt.’

Dat moet de stal van Ibrahimi de schaapscheerder zijn, zei een andere herder, dat is hier niet zo ver van vandaan, kom maar mee, ik weet de weg wel. Laten we wat melk, kaas en brandstof meenemen, want die mensen zullen het daar niet al te breed hebben, er zit amper nog een dak op het gebouwtje. Een andere herder vond nog een paar zelfgemaakte wollen dekens die hij meteen ook maar in zijn plunjezak stopte.

Het viel nog niet mee om in het pikkedonker de goede weg te vinden en als ze het ezeltje niet hadden horen balken, waren ze er pardoes voorbijgelopen.

Het was er nog veel armetieriger dan ze gevreesd hadden. Het kindje Jezus lag in een oude voerbak op een handjevol hooi en Jozef, zoals de vader heette, had zijn jas uitgedaan om over het kleine kind te spreiden. Moeder Maria vertelde aan de herders hoe zwaar de reis was geweest van Nazareth naar Bethlehem en dat ze in de stad hier vlakbij nergens onderdak konden krijgen. Zodoende moesten we noodgedwongen met deze vervallen stal genoegen nemen. Jozef, die gelukkig wat timmermansgereedschap mee had genomen uit zijn werkplaatsje in Nazareth, kon met een paar oude planken die hij gevonden had een beschutte hoek maken waar ze nog een beetje uit de wind zaten en van het houtafval hielden ze een heel klein vuurtje brandend, zodat ze de ergste kou konden verdragen. 

Het groepje herders voelde dat dit niet zomaar een kind was. Als daar een engelenkoor en een hemels orkest aan te pas moest komen was dit het bewijs dat ze hier voor een heel bijzonder iemand stonden. Ze vroegen daarom aan hun Rabbi wat ze moesten doen. Die gaf het goede voorbeeld, knielde eerbiedig en de rest volgde hem. Het was voor hen ook de eerste keer dat ze bij een Koning op bezoek waren. De Rabbi herinnerde zich ook nog iets over drie wijzen die van heel ver Jezus kwamen aanbidden. Goed, zei de ouwe herder, wachten we daarop, we kunnen die arme mensen nu niet alleen laten, maar daarna moeten wij toch weer heel rap naar onze schapen, want de honden weten niet waar we blijven. Ik stuur af en toe nog wel iemand langs om een kannetje gezonde, verse schapenmelk af te geven.

De herdertjes lagen in die stille nacht
en zongen een lied waarvan niet werd verwacht,
dat later nog iemand, ‘tzij burgers, ‘tzij boeren,
dit lied over ’t wonder van Kerst uit zou voeren,
maar toch staat nog steeds stille nacht aan de top,
en blijven de herdertjes dapper voorop.


© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - donderdag 28 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard