Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

Gedichtenbundel 'Ruudjes'

Ruudjes - P

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 
RuudPa z’n dag
’t ls wel fijn zo’n Vaderdag,
'tHeeft z'n tegen en z’n voor,
maar als het aan vader lag,
ging ie lekker toch niet door,
want zo’n middenstandsverzinsel,
kost heel dikwijls handen geld
en d'r wordt vaak in beginsel,
meestal aftershave besteld.
Soms spendeert men 'n paar sokken,
of 'n stropdas die niet staat
en de jeugd zit met de brokken,
duur is dan de goede raad.
'tZit 'm echt niet in geschenken
'tls de inzet die't 'm doet.
Slechts door 'ns aan hem te denken,
geeft 'n vader weer wat moed.
Zonder stropdas; zonder sokken,
is zo'n Vaderdag best fijn.
Zo, ik wil er niet om jokken,
mogen Vaderdagen zijn.

Paardengebed
Schenk me water, geef me haver
en verzorg m’n huid, m’n vacht.
Spaar de benen, van uw draver,
zie me niet als dommekracht.
Laat het tuig me nergens knellen,
trek de riemen niet te strak,
want ik kan het niet vertellen,
als ik straks naar adem snak.
Spui gerust uw ongenoegen,
als ik op m’n bit ‘ns bijt,
lijk ’n paard zal ‘k voor u zwoegen,
toon dan uw tevredenheid.
Als ik moeite heb met eten,
kan het van de tanden zijn,
die verrot zijn of versleten,
geef me dan iets voor de pijn.
Laat toch nooit m’n staart couperen,
’t mooiste sieraad van m’n lijf,
waar ik vliegen mee moet weren
en de dazen mee verdrijf.
Geef me als het moet de sporen,
en de zweep alleen als’t moet,
want ik ben als paard geboren
en dat blijf ik voet voor voet.

Paasbest
Paasfeest voor al wat Christen is,
het eindpunt van de vasten,
het madeliefje, de narcis,
zijn blije lentegasten.
De kip bepaalt het paasmenu,
jouw eetwensen vervult ze,
zeg hongerlijden maar salut,
want met haar ovum scoort ze.
Één eitje is vandaag geen ei,
vraag het maar aan de paashaas,
twee brengt hij er daarom graag bij,
te saam met z’n collega’s.
‘n Nieuw kostuum wordt aangepast,
Driedelig, grijs met rokvest,
je sjouwt rond met een schuldenlast,
wel echter op z’n paasbest.

Paf-lamento
Ondanks kritiek en verhoogde accijnzen,
enge figuren op slof en op pak,
zijn er zat, die over stoppen niet peinzen,
zeker niet: ik heb van roken tabak.
Die als een dieseltrein door blijven paffen,
net of de lucht niet van iedereen is,
moeten en zullen hun medemens straffen,
oogsten daarmee ook ‘n wolk ergernis.
Als men zo doorgaat met choken en smoken,
met de gevolgen van dien eromheen,
dampend en wasemend ononderbroken,
dan heeft de laatste de dampkring alleen!

Hof van Eden
’n Adam en Eva, die hadden haast niets,
geen huis of geen haard om te branden,
ze maakten hun bulletjes van zomaar iets,
alleen, zonder hulp, met hun handen.
Ze hadden geen zorgen, om eetwaar of drank,
het voedsel viel zo uit de bomen,
belasting kwam lang naderhand, godzijdank,
het luchtruim was hun onderkomen.

’n Eeuwigheid later is er veel te veel,
ondoenlijk om te selecteren,
alleen krijgt nou niet iedereen nog z’n deel,
’n fout in het distribueren.
Voortdurend is er ’n boel volk op de vlucht,
op zoek naar zo’n lustoord van heden,
maar waar vind je nou nog die hemelse lucht
en sfeer van ‘t oude Hof van Eden.

Pasen
‘tIs pauze voor de hennen en de hazen,
na ‘t leggen en ’t bezorgen eindelijk rust,
heel even geen gedonder in de glazen,
geen mens die voor ‘t eerst nog eitjes lust.
Het haantje dat z’n legkorps aan bleef sporen,
is absoluut aan’t eind van z’n Latijn,
zoekt stilte op het topje van z’n toren,
hij kan maar ergens heer en meester zijn.
Als dan ook nog de klok begint te beieren,
wiens galm sinds goede vrijdag werd gesmoord,
is het met hanen, hazen, hennen, eieren,
’n Pasen net zoals ‘n Pasen hoort.

Pasen
Het is Pasen, ‘tis weer voorjaar,
iedereen van goede wil,
is het Opperwezen dankbaar,
staat ’n ogenblikje stil,
bij het jaarlijkse ontluiken,
van het wonder der natuur,
van de knoppen aan de struiken,
van het groen, nog jong en puur.
Zijn uit Rome dan de klokken,
na de vasten, weer terecht,
wordt ook in de hennenhokken,
de productie platgelegd.

Paul alaaf
Brood en spelen krijgt het Klompengat,
geen kruimeltjes maar prinselijk brood.
Alaaf, kom maak je borst maar nat,
aan zoete broodjes, heel geen nood.
Brooddronken worden we dit jaar,
van ’n bakker met ’n prinsensteek,
maar beter Paul z’n brood, hapklaar,
dan spulletjes van de apotheek.

Pax
Hoe veel herrie, hoe veel heibel,
oorlog in de naam van God,
komt vaak door koran en bijbel,
da’s de ironie van ’t lot.
Want in plaats van pais en vrede,
wat je van zo’n boek verwacht,
gaat het, sinds een ver verleden,
over helse strijd om macht.

PC
‘n Superior performance, total control,
da’s iets voor ’t computergebeuren.
Je gaat met dit werktuig totaal uit je bol,
naar links, rechts en achterste veuren.

Nu krijg je weer gratis ’n Windows 10 toe,
‘n ding van ‘n hoog importantie.
Je hoort dan voortaan bij de happiest few,
oh ja, ook nog drie jaar garantie.

Pecunia non olet
Gaan geld en fatsoen nog wel samen,
oprechtheid en bank door één deur,
of zijn het gewoon loze namen,
markeringen zonder teneur?
Met geld kun je veel gaten stoppen,
voor geld krijg je alles gedaan,
je kunt het er heel ver mee schoppen,
maar ook veel delict mee begaan.
Fatsoen verdwijnt naar vuilstortplaatsen,
de eerlijkheid is uitgeteld
en wordt, gekras van scheve schaatsen,
gedempt door de klank van het geld.

PGB
Als ’t leven ’n last wordt,
’t bestaan gaat je hinderen,
er iets aan je lijf schort ,
je moed gaat verminderen,
als alles verkeerd gaat,
de kwalen je plagen,
is een ding wat vaststaat,
je mag gratis klagen.

Philips
Gerard, met één lampje aangevangen,
wel klein da’s waar, maar het gaf licht,
die zag in zijn dromen lampen hangen,
van Rodeschool tot in Maastricht.
Zei: als ik één lamp kan laten branden,
doen het er zo ’n paar miljoen
en er komt meteen wat uit mijn handen,
wat niemand mij gauw na zal doen.
Het vervolg van dat povere peertje,
is dagelijks te zien om ons heen
en de les van het lampje dat leert je:
één lichtje komt zelden alleen.
Gerard schiep nog ‘n boel apparaten,
tot ieders vreugd en ieders wens.
Nuttig in alle soorten en maten
en zei: het gemak dient de mens!

Ping pong
Als j’ inplaats van tafeltennis
ping pong durft te zeggen,
zal zo’n tafeltennisfreak,
jou ’n uit gaan leggen:
ook al hoor je ping en pong,
is het heiligschennis,
als je ’t pingpongen verwart,
met het tafeltennis.

Pinksteren
Zij is er weer de pinksterblom,
de zon die zet de bakens om.
Natuur die komt je tegemoet.
De vogels voelen het ook goed,
ze bouwen nesten bij de vleet,
Er ligt ’n ei in, voor je’t weet.
Straks wordt het ei ’n karekiet,
’n kauw of ’n kanariepiet.

Plannen
’t Leven dat bestaat uit plannen.
’t leven is één grote jacht
en je blijft je in aan’t spannen,
rijkdom wil je en meer macht.
Vorderen, eisen, marchanderen,
rennend zonder rust of duur,
om obstakel heen laveren,
van het kastje naar de muur.

Je doet meer dan je zult kunnen,
als je denkt: nou klaar is Kees,
‘k heb ‘t aardig weten runnen,
blijft daar altijd weer de vrees,
dat je toch iets bent vergeten,
en je wordt opeens gewaar,
dat je fout hebt staan te meten
en je weet: ik ben nooit klaar.

Plat
Zonder klompen, zonder klak,
zonder das van bonte rùìten,
bledde, zelfs in’t sjiekste pak,
toch ’n boerke van bùìten.
Kunde gij nie mir zo rad,
al die bésse naomen noemen
en al praote minder plat,
afkomst is nie te verbloemen.
Ge kunt gròòt doen en pedant
en de dùùrste skoen gaon kopen,
bledde aon oewe stam verwant,
òòrsprong kunde nie ontlòòpen.

Plichtbesef
De scheiding tussen lef en laf,
schiet je niet zo te binnen,
de een stapt overal op af,
maar is wel bang voor spinnen.
De lafaard wordt heel vaak een held,
als ie z’n kind moet redden,
maar kiest wel eieren voor z’n geld
en vlucht voor pissebedden.
Ik neem wel graag mijn petje af,
voor helpers van patiënten
en sta voor de prestaties paf,
van brandweer en agenten.

Plu
Met de wind in de rug en de zon in je nek,
is fietsen des zomers genoeglijk, te gek.
Maar regen van voren en wind op je smoel,
laat weinig maar over van ’t zomergevoel.
Ze zeggen: het water stroomt altijd naar zee,
maar evenveel nattigheid fietst met je mee.
Dan helpt geen snotdomme en geen potverju,
één redmiddel rest dat is de paraplu.

Pluk de dag
Je hebt dagen van zonlicht en dagen van kou
en andere, dan blijft het gieten.
Je hebt dagen, dan is heel de lucht hemelsblauw
en vaak zijn er, om op te schieten.
Je hebt dagen, dan denk je: wat moet ik er mee,
ook dagen, dat alles wil lukken
en een, dat je denkt, die is best wel okay,
die moet je onmiddellijk plukken.

Pluk de dag
Die zeldzame zonnige vlagen,
van vriend’lijke vrolijke dagen,
daar moeten we zuinig op zijn.
De dagen van hoesten en niezen,
die niet gauw het hazenpad kiezen,
vergeet die op korte termijn.
De mooie die moet je onthouden,
de dagen van snot- snip verkouden,
vergeet die zo snel als maar kan.
Onthou slechts de mooiere dagen,
die ‘t daglicht goed kunnen verdragen,
want dáár zijn er niet zo veel van.

Poëzie
Iedere eeuw had zijn poëten,
dichters van de kouwe grond,
die ‘n tijd onsterfelijk heetten,
dat bazuinden ze in’t rond.

Maar ook roemrijke poëten,
in hun tijd bekend, gevreesd,
zijn nu al zo ver vergeten,
dat niet één mens hen nog leest.

Politici
Ze willen zo graag naar de top,
de rechtsen en de linksen.
Ze stellen zich weer aaibaar op,
als achterbakse sfinxen.
Dat houden ze heel de tijd vol,
zonder blikken of blozen.
Ze spelen behendig hun rol,
totdat ze zijn gekozen.

Ponyloterij
‘k Hoor het hinniken van de pony al,
bij het naken van de carnaval.
Heel Best steunt de ponyloterij,
niemand stuurt de lotenboer voorbij.
Elkeen hoopt dat ‘t zijn perdje wordt,
ziet zich lid al van de paardensport,
maar al wint hij ook geen enkele prijs,
brengt geen man of vrouw hem van de wijs.
Hij blijft lachen omdat hij wel weet,
dat het rendement goed wordt besteed.

Pootjes
Met kerngezonde leden,
wordt steen en been geklaagd,
we jammeren ontevreden,
maar doen wat ons behaagd.
We kermen om het kleine
en niet om het geheel.
alleen de tierelantijnen,
zijn existentieel.
We doen als arme klootjes,
maar hebben het niet slecht
en straks komt op z’n pootjes,
toch alles weer terecht.

Postman
Jan stapte voor de kost,
de vonken uit z’n sloffen,
hij zei: da’s is nog ‘ns boffen
zo’n baantje bij de post.

Doch na m’n laatste brief,
de laatste enveloppen,
moet ik er toch mee stoppen,
maar ’t leven had me lief.

Potverteren
Dat waren nog eens tijden,
je kon je lol niet op,
veel zon, geen schaduwzijden,
de vreugde op en top.
Je lachte hele dagen,
de slaap was voor de nacht,
met goedgevulde magen,
en nooit klonk er ’n klacht.

Maar plots ging men aan ’t schuiven,
was niemand nog tevree,
wou feesten en meer fuiven
vooral door de teevee,
bij hoog en laag beweren:
da’s niks en da’s niet goed,
we moesten profiteren
en wel op staande voet.

Het roofdier internetten,
joeg ons de wereld rond,
de oude waardewetten,
verloren elke grond.
De werkweek werd 5 dagen,
vakantie kan niet op,
we krijgen wat we vragen,
maar worden arm als Job.

Prettig gestoord
Om’t leven te kunnen genieten,
is prettig gestoord niet verkeerd,
d’r zijn al genoeg zielenpieten,
die hun lesje niet hebben geleerd.
Somwijlen ’n tikkeltje knetter,
is eigenlijk niet zo beroerd,
er wordt al genoeg, naar de letter,
mooie-praatjes-toneel opgevoerd.
Kom snel voor de dag met je fratsen,
die aanslaan in kerk en in kroeg,
je zult er veel mensen mee matsen,
gewoon is maar half gek genoeg.

Protest
Wat ik niet veranderen kan,
moet ik accepteren,
ook als Jan en alleman,
loopt te protesteren .
Da’k van demonstreren ril,
ligt in d’aard van’t beestje.
Als ik polonaise wil,
ga ‘k wel naar ’n feestje.

© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - donderdag 28 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard