Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

Gedichtenbundel 'Ruudjes'

Ruudjes - S

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 
RuudS.B.O.
Histories zijn we slecht bedeeld :
Odulphuskerk en enkele boerderijen.
Veel moois zijn we al kwijtgespeeld,
het kan nou niet zo veel meer lijen.
De kerk blijft daarom overend,
hoeveel dat ook van ons gaat vragen
Het is een fluitje van een cent,
als wij ‘n steentje bij gaan dragen.

Sam-sam
Zijn vrouw en Sam doen alles samen,
ze doen maar zelden iets alleen.
Zo lapt zij elke week de ramen
en Sam die kijkt er dan door heen.

Zijn vrouw en Sam zijn zeer eenparig,
‘tIs samen uit en samen thuis.
Ze eten biefstuk, zij heel karig
en Sam haar portie dan incluis.

Zijn vrouw en Sam zijn echt ‘n koppel
ze zijn gezamenlijk ‘n kliek.
Sam drinkt tot aan de laatste droppel,
‘n liter rum en zij wordt ziek.

Zijn vrouw en Sam zijn zeer verbonden,
sam-sam, en bloc zo met elkaar.
Als zij door leeuwen wordt verslonden,
staat Sam er bij en kijkt er naar.

Santé
Met de klare komt de klaarheid,
want de tongen komen los.
Met de wijnfles komt de waarheid,
hulde aan de druiventros.
Ieder lied dat wordt gezongen,
is verhoging van de sfeer.
Kweel derhalve ongedwongen,
maar blijf wel uit het verkeer.

Schaalverhaal
Je kunt diverse kanten op,
als je met schalen krijgt te maken,
’n ei dat krijg je uit de dop,
als je de schaal goed weet te kraken.
’n Engelsman die noemt het shell
als hij ’n eitje wil gaat doppen.
De schaal van Richter lijkt het wel,
als ze je voor je schalen schoppen.
De kapelaan z’n kapitaal,
is opbrengst van de schaalcollecte
anders dan de huishoudschaal,
door’t loon wat jou de baas verstrekte.
’n Schaalvrucht smaakt mij opperbest,
als ze er bubbelwijn bij schenken
en zo’n vierdelig schalennest,
doet mij aan lang geleden denken.

Schijn bedriegt
Hoedt u voor nette schavuiten,
dat tuig met een vriendelijke smoel,
een en al glimlach van buiten,
maar zonder ‘n menselijk gevoel.
Altijd maar speurend naar sullen,
naar ezels, op de bonnefooi,
slim hoe ze hun zakken vullen,
met hulp van hun simpele prooi.
Link zijn dit soort criminelen,
voor schurken ziet niemand ze aan,
weten hun spel zo te spelen,
zodat jij voor joker blijft staan.

Schijnheilig
Van ‘t kwade heb je gauw genoeg,
en van het goede nooit te veel.
Het slechte komt altijd te vroeg,
’t juiste juist integendeel .
Het lichte vinden we heel gaaf,
het donkere onaangenaam.
Des daags dan zijn we preuts en braaf,
maar dromen doen we polygaam.

Schone lei
De laatste loodjes, niet de lichtste,
van ‘n problematisch jaar,
zijn met stille trom vertrokken,
en ’n schone lei ligt klaar.
Niemand weet hoe d’euro’s rollen,
wie weet haalt het toch wat uit,
als u het dan wilt proberen,
hopend op ‘n nieuw geluid,
wens ik u van ganser harte,
voor het ongerepte jaar,
veel geluk en veel gezondheid,
en begrip toch voor elkaar!

Weer naar school
‘tIs uit, ‘tis over, ’t is voorbij,
de schoolvakantie vond z’n einde,
we starten met ’n schone lei,
de uren worden vastomlijnde.
‘tIs niet meer: ”gooi maar in mijn pet,
daar zijn we hier niet voor gekomen”
Van zee en zon en zomerpret,
mogen we alleen nog dromen.
We vossen ons de vakken door
en pompen, pezen, zwoegen, zweten
we nemen ons het heel jaar voor,
dat we weer heel veel willen weten.

Schoonmaaktijd
Wij doen de hele boel van binnen en van buiten,
de rotanstoelen en de richels en de ruiten.
Wij doen de vestibule en de vensterbank
en als ‘t klaar is krijgen we slechts stank voor dank.

We doen de plee en ‘t portaal en de plavuizen
en uit de plaid daar plukken wij de vuile pluizen.
We doen de twintig treden in het trapportaal
en de beloning die is kariger dan kaal.

Niettegenstaande toch de slechte financiering,
doen we de vensters, vestibule en de vliering.
We maaien driemaal op een dag ‘t groene gras
en schrobben tussendoor de tegels van ’t terras.

De keukenkasten doen we en de kokosmatten,
we snijden prei en juin en pitten de patatten.
Hoe zijn we ooit begonnen aan zo’n slavenbaan?
We zijn het beu, we nokken af, de boot is aan.

Schranzen
Meneertjes en madammetjes,
genieten stuk voor stuk,
van rijk belegde bammetjes
en snoepgoed in één ruk.
Ze voeden zo hun hammetjes
en zuchten onder ’t juk,
van overdaad aan grammetjes,
dat is hun ongeluk.

Schrik
Het zal altijd wel zo wezen:
van de dingen die we vrezen,
hebben we de meeste tijd de meeste angst.
Niet van dingen die gebeuren,
wij zij dikwijls uitentreure,
van ellende, die nog komen moet, het bangst.

Schuld
Het zwarte schaap, de zondebok,
kan men maar moeilijk missen.
De paal, de sul, de domme sok,
om tegen aan te pissen.
Die men de schuld van alles geeft,
de zonden aan zal tijgen.
Het geeft, bij schuld, niet wie hem heeft,
maar wel wie hem zal krijgen.
Seniorkatten

Ook mijn katten die vierden de lente,
op hun eigen bezonnen manier,
niet dat dringende, dat pertinente,
niet als koeien, op zoek naar ’n stier,
maar voorzichtig, bedachtzaam als poezen
en genietend van hún zonnestraal.
Beetje kat in ’t bakkie en soezen,
krols, dat staat bij hen niet meer centraal.

Shoppen
Dat rondgeslinger in ’n winkel,
maakt mij gewoonlijk niet zo blij.
Ik ben teveel nog boerenkinkel
en kan er met m’n pet niet bij,
dat iemand overal aan moet ruiken,
eerst voelen of het hem bevalt,
nee ik hoef nergens in te duiken,
het hoeft voor mij niet uitgestald.
Wat ik te kort kom zal ik halen,
en ga niet boven m’n rantsoen,
want wat je koopt moet je betalen,
ook als je er niks mee kunt doen.
Als je verslingerd bent aan shoppen,
sta je geregeld in het rood
en kun je niet met shoppen stoppen,
ben je gewoon ’n zielenpoot.

Sigaret
Je hoest te veel, je proest te veel, je voelt ‘k ga naar de knoppen
en als je nog niet dood wilt gaan, moet je met roken stoppen.
Je weet: ‘tis allesbehalve goed en moet het af gaan schaffen,
maar nicotine in je bloed, zegt dat je door moet paffen.
Dus hoest je door en proest je door en teistert je conditie,
je longen en gordijnen goor, bij jou en je familie.
Sint
’n Maand aan ’n stuk, is iedere uk,
nerveus en te bang om te slapen.
Want straks komt de Sint, dat vreet aan ’n kind,
stress wordt het, voor die arme schapen.
Maar komt dan het feest en is ie geweest
en was ie weer gul met geschenken,
is’t uit met de schrik, is zelfs Piet dikke mik,
ook de Kerstman staat al weer te wenken.

Sint
U huppelt al lang bij ons over het dak,
de tel ben ik kwijt, hoeveel jaren.
Uw paard nam de nokken, met alle gemak,
alsof het maar molshopen waren.
U strooide cadeautjes, voor iedereen wat,
er viel op U niets aan te merken,
maar nu was er plotseling ’n Kamerdebat,
over slaven die U hard liet werken.
‘n Storm in ‘n glas bleek het en niet meer,
vooral van de Jan Pierewieten.
Die gingen daar als kleine kleuters te keer,
alleen om de kleur van uw Pieten.

Sint Juttemis
Wanneer wordt de wereld stil,
iedereen van goede wil,
is er geen belasting meer,
stort ’n vliegtuig niet meer neer?

Wanneer schaft men oorlog af,
worden boosdoeners bestraft,
komt er weer ’n postkantoor,
gaan de centrumplannen door?

Niet eer dan Sint Juttemis,
komt het aardse paradijs.
Let op, met Sint Juttemis,
wordt de wereld eindelijk wijs.

Sint Sint Sint
’t Bestaan van de man in drie levensfasen:
als kleuter gelooft ie in de ooievaar,
in zwarte pieten en in sinterklazen,
in d’eerste klas pas wordt ie twijfelaar.

Als puber zal hij nergens in geloven,
hij lalt soms nog ’n pepernotenlied,
maar is totaal niet meer ondersteboven,
van Sinterklaas, zelfs niet van zwarte Piet.

De derde fase: hij heeft eigen spruiten,
de trauma’s uit z’n jeugd is hij de baas,
de maan schijnt stimulerend door de ruiten,
hij leent ’n baard en wordt zelf Sinterklaas.

Slaap
Na gedane arbeid,
mateloze werktijd,
veel bekwame spoed,
stram van lijf en leden,
murw en moegestreden,
is het rusten goed.

Smartphone-terreur
D’een is niet van huis te branden,
d’ander zoekt de horizon,
wil alleen naar andere landen,
maakt zich vrij uit z’n cocon,
hier kan hij z’n kont niet keren,
daarom zegt hij: nou tabee,
gaat wat paden uitproberen
en z’n smartphone die gaat mee.

Zonder zegt ie ben ‘k een stakker,
zielig zonder GSM,
‘k slaap ermee, wordt ermee wakker,
heel m’n leven drijft op hem,
‘k word door whatsapp voortgedreven,
hij misbruikt mijn slavenaard,
zonder smartphone is mijn leven,
eigenlijk niet de moeite waard.

Sneeuwval
‘tIs weer weer voor boerenmoes,
hete bliksem en petazzie,
allerhande ratjetoes,
met ‘n winterharde passie.
Sneeuw is schitterend als het daalt,
‘tis met niets te vergelijken.
Als je om de kou niet maalt,
is het cool om naar te kijken.
Maar al na ’n dag of wat,
laat de sneeuw z’n masker vallen,
ook jou, dat is nogal glad
en gaat dooi de pret vergallen.

Soort zoekt soort
Een apartheidsmaatschappij,
duldt er nooit ‘n vreemde bij.
Oud bij oud en kleur bij kleur,
jong bij jong en geur bij geur.
Land van vreemde smetten vrij,
wordt een stoffige partij:
dom bij dom en duf bij duf,
saai bij saai en suf bij suf.

Spelbepaler
Hij wist, als gitarist, de juiste snaar te raken,
had ie ’n noot gemist, wist ie weer aan te haken,
zodat de hele band van drummer tot bassist,
niet eens merkte, dat er ’n nootje werd gemist.
Dat zijn de fijne kneepjes van het musiceren
en scholen zijn er geen, waar jij die kunst kunt leren,
zoiets dat heb je of zoiets dat heb je niet,
het is ’n buitenkans, wat het fortuin je biedt.

Spreken is zilver
De schoolmeester spreekt,
waar de wijzere luistert.
Waar betweter preekt,
is’t de zwijger die fluistert.
Gun in het nieuw jaar,
eens het zegje aan stillen,
die krijgen het klaar,
zonder ‘n woord te verspillen.

Spreker
Op elke bijeenkomst, op ieder convent,
daar is er wel een die zich wil laten horen.
Al zijn gezwam, dat gebed zonder end,
en al dat gebeuzel is hem aangeboren.

Doch één is er wel die de spreker graag hoort,
er mogelijk zelfs wel pap van zou blieven.
die smaaklijk geniet van elk hoogdravend woord
en dat is ie zelf met z´n superlatieven.

Spring
De adem der lente maakt alles weer jong,
vuurt vogeltjes aan om te zingen,
Een felle cadans laat op stel en op sprong,
de lammetjes huppelend swingen.
Een gloednieuwe lente, een gloednieuw geluid,
geeft kans aan de kleuren en klanken.
Dat alles ontluikt en ontkiemt en ontspruit,
daar mag je de zon voor bedanken.

Spring in’t veld
Als je leeftijd niet telt,
blijf je ’n spring in ’t veld
en je wordt ’s morgens opgewekt wakker,
maar die zielig wil zijn
en zich wentelt in pijn
is, voor hij het doorzien heeft,’n stakker.

Daarom geef het niet op,
wissel draf met galop,
blijf je geest en je benen bewegen,
nog veel morgens misschien,
laat de zon jou weer zien,
dat er elke dag hoop is op zegen.

Starters
Beter klein en onafhankelijk,
dan meteen al grote baas.
Het lijkt lucratief aanvankelijk
en het biedt misschien soelaas,
maar het is ook speculeren,
want waar vind jij personeel,
dat zich, zoals jij, zal weren,
deugdelijk en principieel.
Iedereen moet klein beginnen,
kruipen. lopen, lammetjespap,
beter kleine beetjes winnen,
dan ineens ’n reuzenstap.
Van je minifoutjes leren,
hoeden je voor groot verdriet.
Wie het kleine weet te eren,
die ontgaat het grote niet.

Stekker
Na het treffen, van de stekker
met het eerste stopcontact,
werd de wereld knettergekker,
zo verreikend was dit pact.
‘tHandwerk zou vergeten raken,
ambacht werd niet meer geleerd
en het werd, wou men iets maken,
machinaal gefabriceerd.
Ook de mode reageerde,
moest ie wel, met goed fatsoen
en geen mens die ooit poneerde,
wat zo’n stekkertje kan doen.

Stemmen
Wie zal ik nou ‘ns kiezen,
waar zet ik m’n bolletje neer?
‘k krijg langzaam in de smiezen:
‘tis toch hetzelfde weer.
Want alles wordt verschoven,
blijft op d’agenda staan.
De schuld van het beloven.
wordt zelden afgedaan.

Stemoefening
Bestuurders maken bokkensprongen,
hoog, noch ver, nog fraai, wel raar,
de een die huppelt ongedwongen
d’ander is niet zo’n duikelaar.
Ik kies niet graag een kant-en-klare,
links- of rechtse democraat,
een die om stemmen te vergaren,
achteloos over lijken gaat.
Mijn stem gaat naar een lachebekje,
met ’n ongedwongen plat,
gewestelijk karaktertrekje,
pienter, geestig en gevat.

Ster
We doen haast niet anders dan drinken en eten,
de hele dag door, vaak tot diep in de nacht
en of het gezond is dat wil niemand weten,
er wordt slechts aan kluiven en knabbelen gedacht.
We snaaien alleen en we buffelen samen,
in huis, in de tuin, op ’n bank in’t plantsoen
en hoe het zo groeide, komt door de reclame,
die jou adviseert bij het boodschappendoen.

Stille nacht
De mooiste memories uit ons verleden,
de herdertjes en stille nacht,
zijn onverwacht en onverklaard verboden,
voor nou en voor het nageslacht.
Van d’ herdertjes het piëteitgehalte,
van stille nacht het vroomheidspeil,
werden als liederen te licht bevonden,
voor ons en voor ons zielenheil.
Dan zijn zo dadelijk de dennenbomen
en ook de ballen aan de beurt
en wordt er, na de kaarsjes en de schaapjes,
ook de kalkoen nog afgekeurd.

Stille Nacht
Heilige nacht, herders op wacht,
horen van verre ’n wijsje.
Herders bij ’t vuur, heel de natuur ,
puur als de ziel van ’n meisje.
Niemand vermoedt, zoekt in de gloed,
waarom hij toch mag beleven:
dit kerstverhaal, dat als journaal,
eeuwen hiervoor is geschreven.

Zo’n stille nacht, fluwelig zacht,
elk jaar in’t hart van de winter,
ligt in de stal, in elk geval,
absoluut het Christuskind er.
Strelend ons oor, ’n engelenkoor,
als door de hemel gezonden.
De werkelijkheid, van toentertijd,
is door geen mens te doorgronden.

Stok
Op ’n dag ben je meer stok dan piep,
de een wat vroeger en de andere wat later.
Het komt heel vaak ook in ’t geniep,
bij d’een wat cru en bij de ander delicater.
je denkt: het is nog ver van mijn bed,
maar de stille sloper komt stil en stiekem nader.
Het begin van het eind van de pret
en ’n rendez-vous met je betovergrootvader.

Stoppen met roken
Je rookt en je hoort vele keren:
wie is dat toch die hier zo stinkt?
Je zou het best af willen leren,
maar geur is het die jou verlinkt.
Je bent een der vlugste met hoesten,
doch aflerend traag als ’n slak
en jij laat je longen verwoesten,
want jij ben verslaafd aan tabak.
Maar als je ‘ns kon redeneren:
ben ik nou de baas, of die peuk?
liet jij je door hem niet regeren
en kwam meteen in goede reuk.

Stralen
Weer ’n dag achter onduidelijke ruiten ,
neerslag drijft ieder en elk binnenshuis,
bruin zijn de dalende blaren daarbuiten,
zonder waarneembaar, onnodig geruis.

Er was ’n zomer van mei tot november,
zo langgerekt is ie nooit nog geweest,
zon die bleef schijnen tot haast in december,
het was voor ieder ’n grenzeloos feest.

Maar ook de tijd die we nu aan zien komen,
de maand als afsluiting van het ouwe jaar.
biedt ons, al staat er geen blad aan de bomen,
vrede en vreugde, intiem met elkaar.

Strijd
Tegen tijd is niet te knokken,
’t is vooraf verloren strijd,
zelfs met progressieve klokken,
ben je niet en nooit op tijd.
Tegen tijd valt niet te vechten,
je komt slag voor slag te laat,
hij is baas en wij z’n knechten,
‘t is ‘n strenge potentaat.
Tegen tijd is niet te kampen,
die blijft in z’n eigen spoor,
tracht maar niet om aan te klampen,
want hij is je altijd voor.
Ook al zou je vroeg beginnen,
door misrekening geleid,
dat van tijd niet valt te winnen,
merk je wel te zijner tijd.

Strip de senior
Nu de lusten moeten wijken voor de lasten
en de rimpels zich gaan melden aan het front,
wij steeds dieper in de buidel moeten tasten,
om aantrekkelijk te blijven en gezond.
Nu de handen niet meer doen wat wij graag willen
en de voeten protesteren tegen haast,
zullen wij ons niet aan overvloed vertillen,
zeker niet zolang men op ons spaargeld aast.

Strohalm
Iedereen gelooft wel ergens in,
ongeloof is geen manier van leven.
Geen geloof, dat heeft totaal geen zin,
want dan zou je nergens meer naar streven.
is het republiek of monarchie,
of ’n machtig koningschap van boven,
enkele fanatieke sceptici,
menen dat ze nergens in geloven.
Maar vind je geloof in het bestaan,
om daarna het eeuwig zijn te erven,
dan is het niet moeilijk om te gaan
en opnieuw beginnen na het sterven.

Struisvogels
’n Deel van het volk of ‘t wit is of zwart,
dat teert op ‘t geluk van eenieder,
volgt de weg van verstand en niet van ’t hart,
verkoopt zich aan de hoogste bieder.

Er is meer op de wereld dan ‘t eigen belang,
denk eens aan het lot van zo velen,
dat bepaalt wordt nu door ’n grensovergang,
of een zee waar ze hun leven verspelen.

Nu is er hun nederlaag nog winst voor jou,
maar dat zal zo lang niet meer duren,
vergeet dat zelfzuchtige maar ‘ns heel gauw,
’t fortuin is al bij aan het sturen.

Kom op grijze golf, neem de jeugd bij de hand,
met wijsheid valt veel te bereiken.
Steek je kop niet in’t zand, je ziet straks in de krant,
dat de Donaldjes raar staan te kijken.

Stuivertje wisselen
Yvo houdt op, daar waar Anton begint
en wij mogen allemaal blijven
strakjes dan waait er een andere wind
als Anton de wet voor gaat schrijven
Wordt het ’n stormwind , ‘n heuse orkaan,
tsunami’s die ons gaan passeren,
windstil als Anton aan’t roer komt te staan?
We zien wel, de tijd zal het leren.

© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - donderdag 28 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard