Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

Gedichtenbundel 'Ruud' (1984)

Ruudjes - L

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 
RuudLaat me er uit
Laat me eruit, ’t gaat me hier benauwen
Je kunt het hele zakie, wat mij betreft, wel houwen.
’t Staat me hier niet aan, laat mij maar heel gauw gaan.

Toen Jonas in de walvis zat in’t pikke-pikkedonker
Z’n handen koud, z’n voeten nat, ’t borrelde en stonk er.
Toen dacht hij: ‘k hou ’t voor gezien, ik wordt zowat bedolven.
Ik wil, al staat er windkracht tien, die maag uit naar de golven

Toen Manus in het klooster bad, achter vier dikke muren,
z’n maag was leeg, z’n beurs was plat, z’n geest ging aan’t verzuren.
Toen keek ie naar de kloosterpoort, die blonk vol koperen pinnen.
Hij zei; ‘k werd nooit zo zwaar bekoord, maar ze houwen mij niet binnen.

Toen Janus in de bajes stonk, na vier en veertig kraken,
ontvlamde vlug de vrijheidsvonk, hier kon ie ’t niet maken.
Hij vroeg ’n koevoet en ’n vijl, verpakt liefst in ’n bijbel,
’n ijzerzaag, ’n botte bijl, hij zei: al krijg ik heibel

Toen Jantje zich aan ’t leger gaf, het vaderland ter ere,
zag hij de generale staf en andere hoge heren.
Hij zag de kruisen op hun borst, hun sterren en hun strepen
Hij rook hun bier- en sherry-dorst en had al gauw begrepen:

Lamento van het storpje Best
Het storpje Best heeft ’n raadstulp,
daar huizen stombo’s met strapatsen.
Er kropen stoffels uit hun schulp,
die het storpje wilden verstadsen.

Het stramien was straal instabiel.
‘tBestek bleek ‘n doodlopend straatje.
’t Was peperduur en infantiel
en zoog al het geld uit het laatje.

Straatarm wordt ‘t storpje straks toch,
’n Stoperastulp, zelfs, was het streven.
Maar wie storten al die taks nog?
Dat doen wij, stomkoppen, wel even.

Landman
Wat den boer niet kent, dat eet hij niet,
wat vreemd is, staat hem tegen.
Wat ie weten moet op zijn gebied,
dat weet ie heel gedegen.
Al wat ie niet snapt, gaat hem niet aan,
het kan hem niet bekoren,
Hij zal op het veld zijn mannetje staan,
daar is ie voor geboren.

Last na lust
Van alle kerkelijke festijnen,
is carnaval het meest gewild ,
door mafkezen en harlekijnen
wordt geen tel daarvan verspild.
Als introductie naar de vasten:
een waterval van vrolijkheid,
wat dieper in de buidel tasten,
voor nóg een abnormaliteit.
Kom je de kater toch te boven,
van’t explosieve drankverbruik,
dan kun je ’t beste maar geloven:
de schuld was mijn te ruime buik!

Leed en vreugde
Na het dagelijks ontwaken,
komt de kommer uit de krant,
mij vermoeien of vermaken
en verbazen en passant.

Woning -, waters -, hongersnoden,
judastranen, schrijnend leed,
worden mij hier aangeboden,
catastrofes bij de vleet.

Iedere morgen nieuwe rampen,
elke dag z’n ergste kwaad,
gif - en kruit- en zwaveldampen,
ongeluk en rassenhaat.

Maar op dinsdag alle weken,
is het einde hommeles
en met al dat leed bekeken:
Groeiend Best valt in de bus.

Leeftijd
De rimpels verklappen je leeftijd,
je stap zegt hoe lang je al loopt,
al komt ook het uur van de waarheid,
zolang je nog leeft is er hoop.
Soms kwellen er enkele kwaaltjes,
nog is er niet veel aan de hand,
je ziet ze alleen als signaaltjes
en lacht er eens om en passant.
Meteen worden jou grijze cellen,
tot denken en doen aangespoord,
dan kun je het mooi navertellen
en is er geen man overboord.

Leefwijze
Begrijp wat je doen moet
en wat je moet laten,
wanneer je moet zwijgen,
wanneer je moet praten,
welk uur je moet komen,
welk uur je moet gaan,
dan kom je zo gauw niet
voor joker te staan.

Lees eens ‘n boek
Het is niet belangrijk al wat je zult lezen,
maar veel meer om wat je daarvan dan onthoudt.
‘n Hoop wat je vastlegt na ploeteren en pezen,
vergeet je of ‘t laat je al heel gauw ijskoud.
Het is ook heel goed om ‘ns wat te vergeten,
want anders wordt het boordevol in je brein,
zodat je van toeten noch blazen wilt weten
en soms tot en met ‘t spoor bijster zult zijn.
Dus lees wat je leuk vindt en wat je kan boeien,
vergeet even het televisiegewroet.
Waarom zou je je daardoor laten vermoeien,
er is al genoeg wat niet mag en wat moet.

Lekker deuntje
Hoe kan het dat zo’n simpel lied,
ons zoveel ware vreugde biedt?
Is het dat beetje melodrama,
of toch dat stuk fata morgana?
Is het de toon, de harmonie,
de eenvoud of de bonhomie?
Het ongekunsteld melodietje,
dat zin geeft aan zo’n luimig liedje?
Het thema zou het kunnen zijn,
of de cadans van het refrein.
Zie het als een der dolle dingen,
als je het mee gaat staan te zingen.

Lente
Heerlijk, eerlijk, onontbeerlijk,
zijn de stralen van de zon.
Krachtig, prachtig, oppermachtig,
als ’n heteluchtkanon.
Wijkt de winter voor de lente
en het groen weer groeien gaat,
zie je enkel maar contente
mensen huppelen over straat.

Lentebelofte
Zon en zonlicht breken baan,
met de kou is’t weer gedaan,
maar de slee kan blijven staan,
want het is nog lang geen lente.

Vogels geven het al aan,
als ze aan ’t nestelen gaan,
zoeken pitjes, wurmpjes, graan,
maar het is nog lang geen lente.

slechts ‘n werkende vulkaan,
trek zich van de kou niks aan,
spuwt z’n sintelen spontaan,
zegt: ik zorg voor lente.

Lenteliedje
Stuur je sores om ’n boodschap,
leg je niet bij ‘t nare neer,
droog je tranen met een smartlap,
wat gedaan is neemt geen keer,
maak maar schroot van je complexen,
zing je zorgen naar de maan,
maak gewoonte van relaxen,
met een lied, een lach, een traan.
Licht wordt dan de last der jaren,
alle kommer neemt een keer,
van problemen met verharen,
merk je niet het minste meer,
je zult weer de merels horen,
met hun zangerig onthaal
en je voelt je als herboren,
met ’n lied en klare taal.

Leuk
Jong en sierlijk, dat is goed
Heel erg roemrijk, dat is goed,
maar gelukkig en tevree,
daar ben je het beste mee.

Op vakantie, dat is leuk.
Naar de camping, dat is leuk.
Maar weer thuis, in elk geval,
dat is toch het leukst van al.

Pierewaaien, dat is fijn.
Boemelen, brassen, dat is fijn,
maar broodnuchter ‘savonds laat,
is het fijnste wat bestaat.

Levensgeluk
Geluk stelt je tevreden, ’n vat vol zaligheden,
’n fijn gevoel maar wel ’n beetje saai.
J’ hebt niets meer te begeren, je weet dat te waarderen,
maar het kan omslaan, in een handomdraai.
Je bent totaal gelukkig, maar innerlijk soms nukkig,
je waagt ‘ns graag en wil van her naar der.
’n Leven zonder wensen is moeilijk voor veel mensen,
je wilt het altijd anders, veel of ver.
Hou het maar bij het oude, tracht wat je hebt te houden
dan is’t bestaan ’n fluitje van ’n cent.
Je kunt het slechter treffen, vaak duurt zo’n stunt maar effen,
je hebt geluk als je tevreden bent,

Liedjes
Dag zonder muziek, is een etmaal verloren,
strooi overvloedig je klanken in’t rond.
Laat iedereen al je liedjes maar horen,
zang is een zegen, ‘t maakt zieken gezond.
Kansen om kwelend de noten te kraken,
mag je niet missen toch redelijkerwijs.
Uren die jij je muziek hier mag maken,
tellen als voorschot op het paradijs.

Lieveling
Lieveling, ik wil wat zeggen,
voordat ik het weer vergeet.
Klaar zal ik het uit gaan leggen,
zodat jij 't voor altijd weet.
'k Had het ook wel kunnen schrijven
in 'n brief aan jou gericht;
maar nu voel je 't aan de lijve,
zeg ik het in je gezicht.
'k Had je eerst nog willen bellen;
maar nu heb 'kje bij de hand.
'k Zal het maar 'n gaan vertellen;
want dan is het aan de kant.
Nou dan zal ik 'ns beginnen,
't wordt zo langzaam aan ook tijd;
maar het schiet me niet te binnen,
nondepie ik ben het kwijt.
'k Hoop van harte, slechts voor even,
't was wel iets van groot belang.
Had ik het maar opgeschreven;
maar nou word ik toch wel bang,
dat 'k het stomweg ben vergeten;
misschien komt het zo wel weer.
'k Zou het eigenlijk moeten weten;
maar 'k herinner 't mij niet meer.
'k Ben 't verdorie weer verloren;
maar wat was het nou zo gauw.
Als 'k het wist dan zou je 't horen,
ik weet het al. .... ik hou van jou.

Lijfsbehoud
De 40 mooiste jaren van je leven,
tot zowat de helft van je bestaan,
doe je er alles aan, overdreven,
om maar vlug het hoekje om te gaan.
Dupeert je kostbaar welzijn door te roken,
zet ook je gezondheid op het spel,
door je lijf met alcohol te bestoken
en te fuiven en te snuiven als de hel.

Maar dan is plots van je tegoed aan jaren,
de helft, of meer, ruimschoots gepasseerd.
Jij neemt dan afscheid van je wilde haren
en ziet wat er aan heeft gemankeerd.
Je gaat ineens dan aan het leven hechten,
want je merkt ontzet: ‘k kom tijd te kort,
dan pas ga je er fanatiek voor vechten,
zelfs wanneer het leven lijden wordt.

Lindeboom
Bij den ouwe lindebòòm, aan ’t einde van de laan
hebben w’elkaar gevonden, bij het zilveren licht der maan
gij gaf mij oew woord en, bracht vreugd in m’n bestaan
ik denk nog dik an dieën ouwe boom aan het einde van de laan

Lol
Ga je zingend door het leven,
dan hoef jij zo goed als zeker,
maar ’n schijntje uit te geven,
aan ‘n arts of apotheker.
Maar loop jij te saggerijnen,
met ’n smoel van ouwe lappen,
zie je vrienden snel verdwijnen,
die met anderen lol gaan trappen.

Lolvirus
M’n buurman, op weg om te gaan carnavallen,
die kende ik niet meer terug.
Normaal zwijgzaam stil en nu liep ie te brallen,
‘n luilak en nu vliegensvlug.
Waar komt dat vandaan, zou ik best willen weten
en dan op zo’n korte termijn.
Het moet haast wel zeker, ‘tligt niet aan het eten,
het carnavals virus wel zijn,

Luchtkasteel
Je wilt zo graag een vogel zijn
en blijft op vleugels hopen,
er ging zonder een centje pijn ,
een wereld voor je open.
Je kon totaal op je gemak,
dan door de ruimte zweven,
je vlinderde van dak naar dak,
zelfs zonder gas te geven.
Nu zit je op je biezenmat,
van dampkringen te dromen,
je zou, als je maar vleugels had,
’n heel eind kunnen komen,
geholpen door ’n wervelwind,
net als de ruimteschepen.
Maar vleugels voor ’n mensenkind,
die zijn te hoog gegrepen.

© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - donderdag 28 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard