Ruud 2020
Wie is oud
Strompelend, voetje voor voetje,
heb ik de tachtig gehaald,
knikkend naar het jonge goedje,
dat nog z´n richting bepaalt.
D’een wacht een aangenaam tochtje,
d’ander ´n moeizame rit,
recht of een akelig bochtje,
niemand vermoedt hoe het zit.
Toen ik de acht maal tien haalde,
nam ik het volgend besluit:
nu is elk jaar ’n bepaalde,
‘k denk geen minuut meer vooruit.