Ruud's archief
De duizendste

’n Revue van duizend gedichten,
kwam in 20 jaar voorbij.
’n Tableau, met vele gezichten,
‘tene ernstig, ‘tandere blij.
Soms, door inspiratie-schaarste,
iets vrijblijvends, afgezaagd,
meestal waren die het zwaarste,
daarbij ook het minst geslaagd.
Vaak was het te erg voor woorden,
of je had geen woorden meer,
over mensen die niet spoorden,
over beesten in’t verkeer.
Alle koren en kapellen,
waren om en om aan zet.
Geert kwam fabeltjes vertellen,
met ’n vrij riskant cachet.
AOW en rekeningrijden,
gingen beurtelings voor de bijl,
blunders van regeringszijde,
aanslag op het welvaartspeil.
Ook gelukjes die er gloorden:
Dulfkesmert en moederdag,
klok en orgel die goed scoorden,
met als dank Odulpus lach.
Boys en B.V. hekkensluiters,
maar ook winnaars op z’n tijd.
Zeges bij de Heydonckruiters.
Fietsclub, fitte bezigheid.
De processierups-misère.
Bestse kermis, hondenpoep.
Dweilen, carnaval en blèren
Centrumvisie, in de soep.
Bésse Meiden, ’n concertje,
bij Den Ekker op ’t terras.
Meermaals: Bertje van het perdje,
goed voor ‘n gevulde kas.
Alle vier de jaargetijden.
Dobbertje en Zonnebloem.
Auswich met z’n menselijk lijden.
Voor vrijwilligers, alle roem.
Verdronken polders en de molen.
Pluimke en EHBO.
Schoolvakantiecapriolen.
Kippengriep uit Mexico.
Dit was ‘n beperkte keuze,
uit het eerste duizendtal.
Dan wordt nu mijn leuze:
op naar ’t tweede, met geschal!