Iedere zondag en woensdag
van 11:00 - 13:00 uur bij
ROS-Radio/ROS-TV-krant,
ZIGGO kan. 43 en Trinet kan. 532
Iedere zondag van 13:00 - 15:00 uur
en dinsdag van 12:00 - 14:00 uur bij
Lokaal 7, FM 107.4 en Lokaal7-app
en maandag en vrijdag van 18:00 - 20:00 uur bij Streektaalradio.nl
en natuurlijk 24 uur per dag
via onze website.

Westelijke dialectverhalen 2021

Kiske Kemeedie

week 11 - 17 maart 2021

JanLuysterburg removebg preview

Reacties

KiskeKemeedie bew 150De vraag waar de zegswijze ‘Ge gao toch gin kiskes op’ange zeeker aj?’ vandaan komt is nog steeds niet beantwoord. Wel heb ik met het noemen van de bijnaam 'Kiske Kemeedie' erg veel herinneringen opgeroepen en daarop ook veel plezierige reacties ontvangen.

‘Wat leuk dat je over mijn overgrootvader schrijft.’ Dit berichtje kreeg ik van Fanny Smits-Stuijts, nadat ze in deze rubriek over de man met de bijnaam ‘Kiske Kemeedie’ had gelezen. ‘Kiske Kemeedie was mijn opa van mijn vaders kant, hij heette Kees Stuijts en woonde in Woensdrecht. Jaren geleden stond er een stukje over hem in de Tijding. Zelf heb ik nog een foto van hem (zie bijgaande foto). Ome Ad en tante Tiny hebben hem nog persoonlijk gekend. Ik zal ome Ad en tante Tiny bellen voor meer informatie.’

En toen begonnen de herinneringen ook bij mij terug te komen. Wat zat ik er naast met mijn idee dat het hier ging om Kees Oosterbos van het Zandfort! ‘ Foei, foei en nog eens foei’, schrijft een zekere Foos me. ‘Jan toch ... als oud-voorzitter van het Heemkundekring Het Zuidkwartier zou je toch moeten weten wie Kiske Kemeedie was. De man heette Kees Stuijts en woonde in de Bossestraat. Het huisje is in de oorlog verwoest en stond aan de rechterkant tegenover de Steenstraat. Kees is later in gaan wonen bij zijn zoon Jan Stuijts, die woonde op de hoek Bossestraat-Steenstraat.’

Dat klopt inderdaad, maar Fanny vertelt me dat Kiske eerst nog even heeft gewoond op Nieuw-Borgvliet, bij zijn zoon Tiest en schoondochter Anna. “Maar daar kon hij niet gewend raken en toen is hij weer naar Woensdrecht vertrokken.’ Dit heeft ome Ad haar verteld.

Broederliefde
Johannes Cornelius Stuijts werd geboren op 7 november 1867 te Woensdrecht, als zoon van Johannes Baptist Stuijts (01.01.1838 – 14.05.1921) en Martina Nuijts (09.10.1842 – 30.07.1909). Hij woonde in de Bossestraat en genoot een enorme populariteit. ’s Zondags na de mis, als hij een pintje te veel op had, zong hij het hoogste lied. En bij alle toneelvoorstellingen vervulde hij de hoofdrol. Op 12 februari 1889 richtte hij op Nieuw-Borgvliet (waar zijn moeder vandaan kwam) de toneelvereniging ‘Broederliefde’ op. Gedurende achttien jaar speelde hij hier toneel. Nadat hij zijn vrouw, Johanna van Loon, had leren kennen trok hij naar Woensdrecht. Hij werd lid van Harmonie Aurora, waar hij vooral oog had voor de nevenafdeling, de toneelclub. Volgens de overlevering was Kiske in staat vele vrouwen in de zaal ‘flauw te laten vallen van het lachen’. Johanna schenkt hem vier kinderen: Tiest, Louis, Jan en Leon. De laatste is de opa van Fanny.

Beroemd
Als weduwnaar hertrouwt Kiske met de weduwe Johanna Damen – van Loon, die drie kinderen had: Arjaan, Kees en Nelie. Johanna zegt in de krant over haar man, dat hij ‘zoo den godsganschelijken dag kemeedie kan speulen’. Kees is vooral beroemd geworden met zijn voordracht ‘Kees Drinkgraag’. Maar ook met ‘Janus de Recruut’ en ‘Nillus in het Vaarkenskot’ boekte hij grote successen. In Bergen op Zoom (De Bloemkool, De Raaijberg, De Stalen Brug), maar ook verder weg, tot in Maasdijk en Rotterdam toe. Hij wilde geen voordrachten met muziek verzorgen: ‘Neije, addik begin te zienge breke de koeie los. Ik dikkelemeer en trek lilleke geziechte’. Kiske verdiende de kost met zijn boerderijke en als kolenboer. Hoogerheidenaar Jan Michielsen, die als kind bij Kiske in de buurt woonde, herinnert zich: ‘As wij vroeger kreukels wulde gaon raope, dan gienge me jirst aon Kiskes vraoge oew laot ’t ljeeg waoter was’. Kiske wist namelijk alles over ’t Scheld: eb- en vloedtijden, de slikken, de schorren, de kreken, de kreukels, de mossels, zeekraal en lamsoor.

Meel
Als kolenboer lette hij er scherp op of er niets werd gestolen. Hij deed wat kolenboeren vaak deden, namelijk meel strooien op en voor de stapels kolen. ‘IJ was altij blij da t'r snjeeuw loog', zegt Jan Michielsen, ‘want dan oefde n'ie gin meel te strwooie. Ik zien 't nog zoow vur me, die koole onder da d'afdak bij Kiskes aachter op de waaref.' Wat 'ome Ad' vertelt sluit daar mooi bij aan: ‘Wa ta betreft bofte n’ie zellefs nog op z’n begraofenis, want toen loog ’r volop snjeeuw.’

Wordt vervolgd!

geschreven door: Jan Luysterburg

 


© 2011 - 2024 'n Lutske Brabants - donderdag 28 maart 2024 - Tijd: 00:00:00 - Webdesign: Broeklandsoft - Sponsor: Frans van den Bogaard