Ruud's archief
Balans - R

Tjonge, tjonge, gossiemijne,
sapperloot en guttegut,
sodeju en goeie hemel,
als ik vrij ben, regent ‘t.
Heb ik van m’n levensdagen,
nondepie, verroest, verdraaid.
Als ik vrij ben allemachtig,
komt de regen aangewaaid.
Treurig, triestig, miserabel,
diepbedroefd en desolaat,
zou je je op ‘t lest gaan voelen,
als die kraan steeds openstaat.
Enkele hoor je niet huilen.
Nee die lachen zich ‘n kriek.
Wie? Het zijn de aandeelhouders,
van de paraplufabriek.
Reizen
Je reist voor vakantie, je reist ook voor zaken.
Je reist om je kundigheid te vervolmaken.
Je reist voor je plicht en dan weer voor plezier.
Je reist als piloot ofwel als passagier.
Naar Rhenen, naar Wenen, Parijs of Athene.
Met vreemden of vrinden, met deze of gene.
Vaak is het een genoegen en soms ook een kruis.
Maar t mooiste van al is de reis terug naar huis.
Roken
Ik hoest te veel, ik proest te veel
voel: ik ga naar de knoppen
en als ik nog niet dood wil gaan,
moet ik met roken stoppen.
Ik weet: tis allesbehalve goed
en moet het af gaan schaffen;
maar nicotine in mn bloed,
zegt dat ik door moet paffen.
Dus hoest en proest en blaf ik door
en teister mn conditie.
De longen en gordijnen goor,
bij mij en mijn familie.
Rust
Hoera het is vacantietijd en lekker stil op straat.
kBen altijd blij als heel de bups weer op vacantie gaat.
Geen files op de wegen en parkeren is geen punt.
Geen rijen aan de kassa; want de club is uitgedund.
Geen herrie van motoren en veel minder uitlaatgas.
Ik wou dat het maar altijd, of heel vaak vacantie was.