Bossche Monumenten 2023
Auteur: Ed Hupkens |
202. Muurwerk uit 15e en 16e eeuw
Het pand Minderbroedersstraat 8 heeft in beide zijgevels muurwerk uit de 15e en 16e eeuw. Foto: Josephine Peren
Het pand Minderbroedersstraat 8 heeft een rechthoekige grondslag. Het ligt binnen de eerste vestingmuur van ’s-Hertogenbosch, in de nabijheid van het tussen 1629 en 1700 gesloopte Minderbroedersklooster. Het laatmiddeleeuws gebouw kent van oorsprong een indeling in een voor- en achterhuis, gescheiden door een brandmuur. Het voor en achterhuis tellen – naast een kelder onder het achterhuis – drie niveaus: begane grond, eerste verdieping, zolder onder een zadeldak dat over de volle breedte van het pand doorloopt en een wolfeind aan de voorzijde heeft. Sinds maart 2005 staat het aangewezen als gemeentelijk monument.
Beide zijgevels hebben muurwerk uit de 15e en 16e eeuw. Ondanks ingrijpende verbouwingen zijn de samengestelde moerbalken van moer- en kinderbinten boven de begane grond en eerste verdieping grotendeels bewaard gebleven. Het voorhuis is vier balkvakken diep, het achterhuis telt drie balkvakken. Op de eerste verdieping van het voorhuis bevinden zich nog twee complete gebinten. Deze bestaan uit muurstijlen en samengestelde balklaag met korbeels en enkele peerkraalsleutelstukken, vergelijkbaar met die op de begane grond. De strijkbalk tegen de achtergevel rust op twee consoles. Tijdens een verbouwing in 1929 is een oudere kapconstructie vervangen door de huidige mansardekap, die over het achterhuis doorloopt en uit drie spanten met gordingen bestaat.
Onder het gehele achterhuis bevindt zich een half verdiepte kelder met tongewelf. Dit heeft een niveauverschil van 75 cm tot gevolg tussen het voor- en het hoger gelegen achterhuis. De kelder heeft de kruin evenwijdig aan de straat en was oorspronkelijk georiënteerd op de smalle, thans grotendeels bebouwde steeg links van het perceel. De nog oorspronkelijke, bakstenen keldertrap bevindt zich tegen de rechterzijgevel, ter plaatse van de brandmuur. In de voor- en achtermuur zitten vier kleine steekkapgewelven. In de linkerzijmuur is een op de steeg uitkomend, thans dichtgezet kelderlicht. Onder het voorhuis, tegen de brandmuur, bevindt zich een 19e-eeuwse beerkelder.
De vroeg 19e-eeuwse, gepleisterde lijstgevel heeft een breedte van twee vensterassen. In het midden van de 20e-eeuwse pui bevindt zich een 19e-eeuwse deur met bovenlicht. De twee hoge vensters met bovenlicht aan weerszijden zijn vernieuwd en geplaatst op een nieuw gemetselde borstwering. Op de eerste verdieping zijn twee zesruits Empire schuifvensters met waaierzwikken in de bovenhoeken. De twee vierruits vensters op de zolderverdieping zijn in 1929 aangebracht en hebben moderne draairamen. De gevel wordt afgesloten met een kroonlijst.